De door Tadej Pogacar gedomineerde Giro d’Italia is gedaan en dus gaat de focus op de Tour de France. Dat gebeurt in eerste instantie in het Critérium du Dauphiné, waar Remco Evenepoel de degens kruist met andere grote Tour-namen.
Het zwarte gat na de Giro d’Italia is traditioneel gezien maar van korte duur. De weg naar de Tour de France wordt ingeslagen en van oudsher doen we dat op twee manieren: via ofwel het Critérium du Dauphiné – ook wel bekend als Dauphiné Libéré, of de Ronde van Zwitserland.
Doorgaans is de eerste van de twee koersen de best bezette qua klassementsrenners. Een van de redenen daarvoor is dat in de route vaak al een en ander van de Alpen-etappes uit de aanstaande Tour wordt aangedaan. Een extraatje wordt altijd gevormd door renners die met supercompensatie uit de Giro komen. Zo krijgen we het beste van twee werelden.
De eerste
In 1947 werd deze meerdaagse Franse koers uit de grond gestampt door het gelijknamige dagblad Le Dauphiné Libéré, om de verkoop van de krant een boost te geven. Het idee was om de regio genaamd de Dauphiné in het zonnetje te zetten.
De eerste editie werd gewonnen door de Poolse renner Edward Klabinski. Vanwege haar bergachtige karakter diende de wedstrijd al vanaf de beginjaren als ideale voorbereiding op de Tour de France, waarbij met name Franse renners als Louison Bobet en Jean Robic de koers populair maakten.
De laatste
Vorig jaar was eigenlijk van tevoren al wel bekend wie de ronde zou gaan winnen. Wat in de beginjaren van deze eeuw nog weleens gebeurde, was dat er één of twee van de echte Tour-favorieten zich schuil hielden in de Dauphiné en absoluut niet het achterste van hun tong lieten zien, zodat de aandacht wat verdeeld werd in aanloop naar de Franse rittenkoers.
Niets van dat was van toepassing op Jonas Vingegaard, die zich in de eerste etappe nog inzette voor ritwinst van Christophe Laporte, maar zich vervolgens stortte op alles wat voor hem belangrijk was: een goede tijdrit rijden, weliswaar gewonnen door landgenoot Mikkel Bjerg, om vervolgens bergop flink uit te halen.
Dat gebeurde eerst al eens in een nauwelijks bergachtig te noemen etappe richting Salins-les-Bains, maar de echte klapper kwam er op de Col de la Croix de Fer; nummer twee Adam Yates volgde al op meer dan veertig tellen en in het eindklassement werd de Brit ook tweede, op 2 minuten en 23 seconden van oppergod Vingegaard.
De route
Ook in de editie van dit jaar besluit de ASO, net als organisator van de Tour ook hier de zwaaier van de scepter, om de spurters op de eerste dag een goede kans te geven. Dat gebeurt in Saint-Pourçain-sur-Sioule, waar Michael Matthews negen jaar geleden een rit in Parijs-Nice won.
Op de tweede dag heeft de ASO er al genoeg van: we gaan omhoog! De aankomst ligt op de Col de la Loge – nee, niet de Col de la Loze! Dat klinkt allemaal heel uitdagend, maar de kans dat er een groepssprint bergop volgt is vrij groot.
Ook in de derde etappe is dat niet uitgesloten. Het blijft op weg naar Les Estables allemaal lastig, maar de vraag is of het daadwerkelijk lastig genoeg is om verschillen te maken. Bovendien zullen de klassementsrenners met de dag erna in hun hoofd zitten.
Dat is inderdaad een tijdrit, die met het oog op de twee klokproeven die aanstaande zijn in de Tour behoorlijk serieus genomen dient te worden. Dit is er één voor de krachtpatsers, die op het vals platte – of net iets zwaarder – hun mannetje kunnen staan.
Op dag vijf lijkt zich een typische vluchtersrit aan te dienen: het parcours is te zwaar voor een sprintersploeg om echt de controle te kunnen houden, maar te licht voor de mannen van de algemene rangschikking om volle bak te gaan. Wie profiteert?
In het slotweekend zijn er geen excuses meer, want er staan drie aankomsten bergop gepland. Te beginnen met Le Collet d’Allevard. Een lastig ding, elf kilometer aan meer dan acht procent gemiddeld, waar men in de jaren ’90 ook al tweemaal aankwam in Le Dauphiné.
Op de voorlaatste dag stond aanvankelijk richting Samoëns 2000 de zwaarste etappe gepland. Achtereenvolgens zou het klassieke trio Saisies, Aravis en Colombière volgen, maar wegwerkzaamheden zorgen ervoor dat die laatste twee onbegaanbaar zijn. Wat over blijft: de Saisies, de Côte d’Arâches, Col de la Ramaz en loodzware slotklim van tien kilometer aan negen procent.
Op de slotdag wacht nog een listig parket. Met een doenbare vallei tussen de klim naar Le Salève en de slotklim richting het Plateau des Glières is er wellicht nog de mogelijkheid voor sommige klassementsmannen om alles of niets te spelen. Wie durft?
De favoriet
De startlijst voor dit Critérium du Dauphiné voldoet aan de verwachtingen. Ze is namelijk gevuld met klassementsrenners van naam en faam. Natuurlijk ontbreekt de grootste naam van allemaal, die van Vingegaard. Het is niet bekend of hij de Tour de France zal redden na zijn blessures opgelopen in de Ronde van het Baskenland. Daar komen we binnenkort meer over te weten.
Wie bij die horrorcrash met de schrik vrij kwam, maar evenwel moest opgeven, was Primoz Roglic. De Sloveen droeg op dat moment de leiderstrui, haalde in het Baskenland verschroeiend uit in de chrono en mag dat in Frankrijk opnieuw proberen. ‘Rogla’ won hier al eens in 2022, gaat hij op herhaling?
De outsiders
Zijn uitdagers zijn met veel en ook van een flink niveau. De grootste komt van bij ons: Remco Evenepoel! De Belgisch kampioen, nog voor een klein poosje, gaat als kopman van Soudal Quick-Step van start. Durft hij zich kort voor de Tour te verstoppen, of gaat Remco gas geven? Indien dat tweede het geval is, zien we bergop meteen waar hij staat. Met Mikel Landa en Ilan Van Wilder krijgt hij twee topknechten mee.
De andere grote naam onder de klassementsrenners in Oost-Frankrijk is Juan Ayuso. Het probleem met de Spanjaard? Als hij in vorm is, is de 21-jarige renner wereldtop. Echter valt er geen peil op te trekken wanneer hij een slechte dag heeft. Dat is voorlopig nog een manco voor Ayuso.
BORA-hansgrohe weet dat het naast Roglic kan rekenen op twee sterke mannen: Jai Hindley en Aleksandr Vlasov. Het zal met name een blok willen vormen tegen Quick-Step, INEOS Grenadiers (Carlos Rodríguez) en Team Visma | Lease A Bike (Matteo Jorgenson en Sepp Kuss).
Dan zijn er nog de losse flodders die Frankrijk komen verrijken. Wat kan Felix Gall bij het in bloedvorm verkerende Décathlon AG2R La Mondiale? Bahrain Victorious komt met Antonio Tiberi uit de Giro, maar heeft ook Santiago Buitrago aan boord.
Voor Groupama-FDJ mag David Gaudu wel weer eens wat verwachtingen gaan inlossen, terwijl bij Lidl-Trek Tao Geoghegan Hart niet onopgemerkt voorbij mag gaan. Voor de rest zou een verrassing al moeten komen van Max Poole, maar we weten dat bij een deel van de klassementsrenners de hoop na de tijdrit al vervlogen is.
De sterren
Dat brengt ons tot de volgende sterrenverdeling:
****
Primoz Roglic
***
Juan Ayuso & Remco Evenepoel
**
Tao Geoghegan Hart, Sepp Kuss & Carlos Rodríguez
*
Santiago Buitrago, David Gaudu, Antonio Tiberi & Aleksandr Vlasov
De televisie
Iedere dag zal de koers vanaf ongeveer 15:00 uur of 15:30 uur te zien zijn. Dat kan telkens via Eurosport en Sporza op Één, terwijl in de weekenddagen ook de Nederlanders van de NOS hun best doen om de wielersport aan de man te brengen.
Geniet van het Critérium du Dauphiné!