Nu het Hongaarse luik achter de rug is, kan de 105de Giro d'Italia helemaal losbarsten. In de komende dagen staan alvast enkele fraaie ritten op het programma, waarbij er voor bijna alle type renners kansen tot succes liggen. Al is de kans op Belgisch succes niet bepaald groot.
Na drie dagen in deze Giro zijn het vooral onze noorderburen die floreren. Mathieu van der Poel draagt de roze trui en heeft inmiddels al een rit binnen. Daarnaast staan er met Tom Dumoulin, Wilco Kelderman en Bauke Mollema nog vier Nederlanders in het algemene klassement. Een schril contrast met onze landgenoten. Mauri Vansevenant doet het met een 20ste plaats zeker niet slecht, maar de eerstvolgende Belg is Edward Theuns. De man van de sprints bij Trek-Segafredo staat 82ste.
En ook voor etappezeges zal het moeilijk worden om een Belgische vlagje achter de eerste plaats te krijgen. Tim Merlier was in principe de grootste troefkaart. Maar door een venijnige elleboogblessure moest de winnaar van Brugge-De Panne forfait geven. Er moet al gehoopt worden dat Theuns, afgelopen zondag zesde, kan verbazen in een spurt met een uitgedunde groep. Of dat een vlucht stand houdt met daarin namen als Vansevenant, Thomas De Gendt of Dries De Bondt. Die het dan ook nog eens moeten afwerken.
SCHRIL CONTRAST MET VOORJAAR
Bij Eurosport maakte men na het Hongaarse drieluik alvast enkele conclusies op en daar vreest men voor het ergste. "België speelt geen rol in deze Giro. Een goed voorjaar, maar nog geen goede zomer", verwijst men naar de Belgische successen in de klassiekers. Kanttekening is wel dat de op papier beste Belgische renners in het peloton er niet bij zijn in de Giro, in tegenstelling tot pakweg de Nederlanders. Zij willen straks het mooie weer maken in de Tour en de Vuelta. Maar tot die tijd blijft het natuurlijk hopen op alsnog een Belgische stunt in Italië.