Remco Evenepoel heeft zich dit jaar in de analen van de Belgische wielergeschiedenis gereden. De jonge renner uit Schepdaal ging aan de haal met een monument, een grote ronde en kroonde zich ook nog tot wereldkampioen. Ongelofelijk, zeker als je beseft dat hij bijna om het leven kwam op de fiets.
Zijn val in de Ronde van Lombardije in 2020 maakte bijna abrupt een einde aan de wielercarrière en het leven van Remco Evenepoel (22). De poulain van Patrick Lefevere mistte zijn bocht en tuimelde een ravijn in waarbij hij een gebroken bekken aan overhield. In de podcast van Geraint Thomas sprak de kersverse wereldkampioen over de blijvende schade die hij heeft overgehouden aan het hele incident.
"Mijn onderrug aan de rechterkant – waar de breuken zaten – wordt heel stijf en blokkeert na één week fietsen. Iedere week moet ik mijn rug laten checken. Na de Vuelta en de lange reis naar Australië was mijn rug volledig geblokkeerd. Dat is door de crash, omdat ik wat spieren ben verloren. Mijn rechter bilspier is niet zo groot als de linker", vertelde de Vuelta-winnaar openhartig.
De plaats van de breuk was uiterst ongelukkig, want net daar maakt een coureur contact met zijn zadel. "Als je op een stoel zit achter je laptop, dan is het goed. Maar als je honderd omwentelingen maakt in een minuut en dat voor vijf uur lang, dan is er telkens spanning in het bot waardoor het nooit zou helen. Ik was bang dat dat ervoor zou zorgen dat ik nooit meer kon koersen.”