Tim Merlier was andermaal oppermachtig in Parijs-Nice. Voor een tweede dag op rij was de Belgische sprinter van Soudal Quick-Step de allersnelste in de massasprut. Reden genoeg tot vreugde dus, al beklaagde hij zich na afloop wel over iets...
''Het is de eerste keer in mijn carrière dat ik een zege boek in een leiderstrui'', vertelde de in het geel gehulde laureaat na afloop in het flash interview. ''Deze rit zal ik me blijven herinneren.''
Lichte irritantie bij Merlier rondom 'gedrag' andere ploegen
Kortom, enthousiasme alom in kamp-Merlier. Zijn ploegmakkers van Soudal Quick-Step reden zich de gehele dag het schompes om de initiële, driekoppige kopgroep bij de lurven te vatten, al bleef tot en met twee (!) kilometer voor het einde vroeger vluchter Jonas Abrahamsen (Uno-X) voor het pak uit rijden.
''We stonden er aanvankelijk alleen voor in de achtervolging op de vroege vlucht'', meent Merlier er het zijne van. Dat was best wel vervelend. En dan was Jonas ook nog best wel sterk. Hij reed lang voorop, maar de ploeg deed het opnieuw erg goed.''
Merlier moest van fiets wisselen
En over die kopgroep gesproken: de voorsprong leek eerst al vrij vroeg als sneeuw voor de zon de verdwijnen, maar uiteindelijk bleef het drietal en later de solist nog lang voor de grote groep. ''De kopgroep speelde wat met ons, denk ik. Ze lieten zich terugzakken, we gaven ze dan wat meer en uiteindelijk was Abrahamsen heel sterk en kon hij van voren blijven'', aldus een licht gepikeerde Merlier.
Halverwege de wedstrijd werd het peloton opgeschrikt door een nare crash, al ging Merlier niet tegen het asfalt. ''Maar een andere renner raakte me wel van achter. Mijn wiel was kapot en dus moest ik van fiets wisselen. Gelukkig is het goed gekomen.''