Er zijn er maar weinigen die voor zoveel controverse zorgen aangaande doping binnen het wielrennen dan Johan Bruyneel. Eind jaren 90 en begin jaren 2000 was hij samen met Lance Armstrong de spil van een heus dopingnetwerk binnen US Postal.
Meer doping dan gedacht
Desondanks houdt Bruyneel er zich niet van terug om zijn eigen kritische blik te richten, ook aangaande dopinggebruik. Op het wielerevent ‘Leve de Koers’ in terneuzen sprak hij bijvoorbeeld openlijk over prestatie bevorderende middelen. Daarbij beschuldigt hij absolute topper en vijfvoudig Tourwinnaar Miguel Indurain van dopinggebruik.
Hij insinueert het alvast duidelijk. “Indurain heeft vijf keer de Tour gewonnen. Het is niet bewezen, maar als je op een bepaald moment de beste bent en de tweede, derde en vierde worden betrapt, dan kan je als de eerste niet zeggen: ik heb niks gebruikt.”
Volgens Bruyneel kan je immers geen winnaar zijn als de mensen onder jou allemaal betrapt zijn geweest. “Je kunt niet beter zijn als je clean bent, en de tweede ter wereld is dat niet. Dat neemt niet weg dat alle kampioenen de beste zijn geweest van hun generatie”, doelt hij dus op het feit dat de zondaars ook zonder doping de sterkste waren, of zouden zijn geweest.
Nog steeds sceptisch
De oud-ploegleider maakt duidelijk dat doping iets van alle tijden is in het wielrennen: “Bij de amateurs ben je goed bezig en na een jaar of twee, drie rijden mannen bij de profs je in één keer voorbij. Dan ontdek je wat er speelt. Je doet wat je graag doet en je hebt er heel je jeugd aan opgeofferd. Het is dan niet om te zeggen: ik ga iets anders doen. Als topsporter zit je altijd op de limiet.”
Bruyneel durft er zelfs zijn hand niet voor in het vuur steken dat er in de huidige generatie, en ook bij de allergrootsten, geen doping wordt gebruikt. “Ik weet niet of er nu nog iets gebeurt, maar het zou me niet verwonderen.’’