De Belgische wielrenners deden het uitstekend op de Olympische Spelen. Wout van Aert, Remco Evenepoel, Fabio Van den Bossche en Lotte Kopecky zorgden voor maar liefst vijf eremetalen. En toch heeft Belgian Cycling beslist om serieus te snoeien in hun uitgaves.
Want ondanks het Belgische wielersucces in Parijs, moet Belgian Cycling werken met een budget van 'maar' negen miljoen euro. De organisatie heeft dan ook, met pijn in het hart, moeten beslissen om de premies voor de renners te halveren.
Halveren
"De medaille-premies in Parijs werden betaald door het BOIC, maar op EK’s en WK’s komen de premies uit onze kas en dat is een probleem geworden. In 2023 won Belgian Cycling in totaal 56 medailles, dat kostte ons 125.000 euro aan premies", vertelt CEO Nathalie Clauwaert aan HLN.
"Het gros, telkens 50.000 euro, van die premies ging naar Remco Evenepoel en Lotte Kopecky dankzij hun wereldtitels op olympische disciplines in Glasgow. Voor onze federatie is dat veel geld. Om ons budget gezond te houden, hebben we besloten om de bedragen van alle premies in 2024 te halveren."
Of zelfs afschaffen
"Op termijn vrees ik zelfs dat we de premies voor internationale medailles zullen afschaffen om break-even te blijven draaien. Het is geen populaire maatregel, maar als ik moet kiezen tussen het behoud en de verdere ontwikkeling van de nationale ploeg en de jaarprogramma’s in de breedte, of het geld spenderen aan premies waar slechts enkele renners beter van worden, dan kies ik het eerste", aldus Clauwaert.