Mark Cavendish heeft zijn 35ste ritzege in de Tour de France te pakken. Zal de Brit ook de snelste zijn in Dijon, of is Jasper Philipsen eindelijk aan het feest?
Ook de tweede spurt in de Tour de France zorgde voor drama. In de goede zin van het woord door Cavendish die geschiedenis schreef en nu alleen recordhouder is met 35 ritzeges in de Tour, in de slechte zin van het woord door de harde valpartij van Mads Pedersen. Is drie keer scheepsrecht en beleven we een gebeurtenisloze spurt?
De start
De locatie waar het peloton op de zesde dag vertrekt is Mâcon. De stad die aan de oever van de Saône ligt eh deel uitmaakt van het departement Saône-et-Loire. Het is een belangrijke plaats op weg naar het Zuiden van Frankrijk en Spanje, als het gaat om het zomertoerisme. Mâcon maakt deel uit van de zogeheten ‘Route du Soleil’.
De laatste keer dat de Tour aankwam in Mâcon, dateert alweer van 2006. Destijds was Matteo Tosatto de beste in de negentiende etappe. In een grote kopgroep ging hij uiteindelijk met landgenoot Cristian Moreni en de Duitser Ronny Scholz aan de haal.
De sprint werd zijn domein, hij bezorgde Quick-Step Innergetic laat in die Tour nog een dagsucces, nadat Tom Boonen eerder in die Tour al in het geel rond reed. Mâcon bracht een bekende voetballer voort, die nog in de race is om voor het eerst in zijn imposante carrière Europees kampioen te worden: Antoine Griezmann.
De aankomst
Verder richting het noorden ligt Dijon, de aankomstplaats van de zesde rit in deze Tour. De hoofdstad van het departement Côte d’Or en bovendien van de regio Bourgogne-Franche-Comté. Natuurlijk staat deze stad bekend om haar mosterd.
Dat niet alleen: het krioelt in Dijon van de kerken. In totaal staan er wel acht kerkgebouwen in deze stad, waarbij de Kathedraal het meest imposante bouwwerk is. Het historische centrum maar ook de Place François Rude geven Dijon een enorm pittoresk gevoel.
Hoewel Dijon een enorm belangrijk onderdeel is van de Tour-geschiedenis – onder meer Gerrie Knetemann, Laurent Fignon en een van de grootmeesters zelf Bernard Hinault wonnen hier, was in 1997 voor het laatst de streep getrokken in de mosterdstad. Destijds won Mario Traversoni. Bekendste Dijonais? Dat moet toch haast Gustave Eiffel zijn. Inderdaad, van die kleine toren in de Franse hoofdstad.
De route
In rechte lijn vanuit Mâcon naar Dijon zou men het af kunnen doen met zo’n 130 kilometer. Dat we er uiteindelijk slechts een dikke dertig bij doen, mag nog een verbazing blijken. Vanuit het vertrek loopt het gelijk ietwat omhoog richting de enige hindernis van naam op deze dag: de Col du Bois Clair. Vierde categorie, één schamel bergpuntje: hallo Jonas Abrahamsen!
De Noor mag twintig kilometer later weer aan de bak – of zal hij nu hij de ‘Maillot Vert’ kwijt is aan Biniam Girmay ermee ophouden? – in de Supersprint, die ligt in Cormatin. De kans is groot dat we hier met een compleet peloton naartoe gaan, om later weer een wandeletappe te krijgen.
De rest van de dag loopt het via prachtige binnenlandse wegen, waarbij men het machtig mooie Beaune helaas omzeilt, richting Dijon. Daar volgt in de laatste kilometer nog een rotonde die alle renners langs rechts moeten nemen, waarna de boel hoogstwaarschijnlijk op een lint zal zitten. Nu een sprint zonder problemen?
De favoriet
Hoewel de sprinttrein van Alpecin-Deceuninck in de vijfde rit totaal niet op rolletjes liep – Jonas Rickaert kwam niet lang genoeg op kop, Mathieu van der Poel moest te veel plaatsen goed maken en kon de spurt eigenlijk niet meer aantrekken waardoor Jasper Philipsen, die eerder al een gaatje had moeten dichten op VDP, niet in goede positie begon – denken we toch aan de ‘Vlam van Ham’.
Als we naar het parcours van de laatste kilometers kijken, zien we namelijk wel de ruimte om de boel op een lint te trekken. Niet per se door Alpecin zelf, maar de ploeg van de gebroeders Roodhooft kan hier wel gebruik van maken. Als Van der Poel de ruimte heeft, kan hij normaliter Philipsen perfect afzetten. Kan iemand hem dan nog kloppen?
Bovendien gaat de tijd dringen voor Alpecin en Philipsen. Als men zonder ritzege richting de gravelrit gaat – er ligt zaterdag in Colombey-les-deux-Églises nog een kans voor de klassieke coureurs met een goede spurt, dan zal er veel druk op staan in en rond Troyes. Willen ze Van der Poel die druk al wat wegnemen? Dan moet alles kloppen.
De outsiders
Mark Cavendish. We zijn nog steeds overdonderd door zijn spurt in Saint-Vulbas. Kan hij zijn kunstje in Dijon herhalen? Eigenlijk hoeft het al niet meer, want nummer 35 is binnen. De legende is compleet.
Wat we in de twee sprints tot nu toe hebben gezien is dat enorm veel renners aan elkaar gewaagd zijn. Niet in goede positie beginnen wordt afgestraft. Arnaud De Lie is de enige constante factor tot nu toe, kan hij zich nog eens smijten?
Bij Intermarché—Wanty rekent men nog steeds op het duo Biniam Girmay-Gerben Thijssen, terwijl in Saint-Vulbas ook Alexander Kristoff en Fabio Jakobsen zich goed lieten zien. Dylan Groenewegen? Ook voor hem gaat de tijd dringen.
Mogen we Mads Pedersen meerekenen? De Deen is van beton, dus wie weet is hij er gewoon bij in Dijon… Verder lieten ook Pascal Ackermann, Arnaud Démare en Fernando Gaviria in deze Tour al van zich horen in de spurt. En wat met Wout van Aert? Gaat hij nog eens sprinten?
De sterren
Dat zorgt voor de volgende sterrenverdeling:
****
Jasper Philipsen
***
Mark Cavendish & Arnaud De Lie
**
Dylan Groenewegen, Alexander Kristoff & Gerben Thijssen
*
Biniam Girmay, Fabio Jakobsen, Mads Pedersen & Wout van Aert
De televisie
De volledige Tour de France is van de eerste tot de laatste kilometer live te volgen via Eurosport en HBO Max. Vanaf 13:15 uur gaat men daar live met in de finale het commentaarduo Jan Hermsen en Bobbie Traksel.
De VRT is er niet iedere kilometer van de Tour bij en pikt op deze tweede dag later in. Vanaf 13:30 uur draait het op Één om de commentatoren Renaat Schotte en José De Cauwer. Ook de Nederlandse omroep NOS zal de Tour uitzenden.
Vive le Tour, geniet van de koers!