Het was voor Wout van Aert duidelijk toch wat van het goede teveel om van de vierde startrij op te schuiven om zo voor een duel met Mathieu van der Poel te zorgen. Integendeel werd het net na de start nóg penibeler voor de Kempenaar, die zo nooit iets in de pap te brokken had, toch niet als het gaat om de wereldtitel.
Wedstrijd meteen afgelopen
De vraag of dit anders was geweest mocht hij op de eerste dan wel de tweede startrij hebben kunnen plaatsnemen zal uiteraard altijd een onopgelost vraagstuk blijven. Het is evenwel een feit dat de vele supporters afgelopen zondag zo een eventueel spannende strijd meteen door de neus zagen geboord. Zoals gezegd liep het immers helemaal in de soep.
Van Aert moest dus plaatsvatten op de vierde rij, waar hij in de openingsstrook toch meteen flink wat plaatsen trachtte te winnen. Het tegendeel bleek echter waar. Aan de ene kant werd er gevallen waardoor Van Aert bij de eerste bocht richting de dranghekken werd geduwd. Hij zakte zo helemaal terug tot het achterste van het peloton.
Dat zag ook Niels Albert, de analist van Het Laatste Nieuws werpt dan ook de vraag op of Van Aert geen betere startpositie had moeten krijgen. Uiteindelijk zou dat immers iedereen – afgezien van Van der Poel dan – ten goede komen. Dat het reglement werd gevolgd vond de oud-wereldkampioen evenwel maar logisch.
🇧🇪 Wout van Aert: "I was on the outside in the first turn. They almost crashed on the inside so there was a domino effect. I almost got into the fences. Then I was even further back than my start position." #Lievin2025 pic.twitter.com/Ji49ZE10kX
— Cyclocross24.com (@cyclocross24) February 2, 2025
Van Aert en UCI in de fout
Desondanks bekijkt Albert het ook langs de andere kant. Volgens hem had de UCI het toch anders kunnen aanpakken. “Wout is niet zomaar een wegrenner. De UCI zou iets meer rekening mogen houden met zijn verdienste voor de sport. Nu kijken ze enkel naar de crosspunten die hij heeft verzameld, maar ze hadden ook zijn wegpunten in de weegschaal kunnen leggen”, klinkt het.
Tegelijkertijd legt Albert ook de schuld bij Van Aert zelf. Een deelname en top vijf plaats in de Wereldbekercross van twee weken geleden in Hoogerheide had hem al een startplaats op de tweede rij opgeleverd, uiteraard een groot verschil. “Wout wist dat dit de regel is”, laat Albert er geen twijfel over bestaan.
Gezocht naar een oplossing om in het in de toekomst anders aan te pakken komt Albert ook bij een idee uit. “Elk land de startposities geven die het verdient. Maar de bondscoach dan laten beslissen wie ze op welke rij opstellen”, luidt zijn idee.