Ook als één van onze eerste atleten zal Lotte Kopecky zaterdag van start gaan in de tijdrit. Één van haar drie grote doelen op de Olympische Spelen. Daar wil ze overigens geschiedenis gaan schrijven.
Beperkte kans in tijdrit
Dat door als eerste vrouw ooit een medaille te pakken in minstens twee verschillende disciplines. Zelfs bij de mannen is het al meer dan honderd jaar geleden. Voor Kopecky zouden het er zomaar ook drie kunnen zijn, al heerst er voor de tijdrit van zaterdag toch het minste vertrouwen in een medaille.
“Wellicht. Maar uitgesloten is niets. Het heeft ook Lotte zelf het jongste jaar doen beseffen dat ze in de tijdrit kan scoren. Valt straks alles in de plooi, is een medaille niet onrealistisch”, zegt bondscoach Ludwig Willems in Het Nieuwsblad.
Twee quasi zekerheden (?)
Maar vervolgens lijkt Kopecky echt wel twee uitgelezen kansen te krijgen op eremetaal. In de wegrit is het vertrouwen het grootst. “Lotte gaat de absolute topfavoriete zijn. Door de status die ze op korte tijd verworven heeft, maar ook door het parcours dat haar op het lijf geschreven is. De lokale omloop doet denken aan Glasgow, waar ze wereldkampioen werd. Iets minder technisch misschien maar lastig genoeg om het verschil te maken.”
Tot slot volgt op de baan dan nog het omnium waar Kopecky ook zou moeten kunnen scoren. Bondscoach Kenny De Ketele waarschuwt echter dat er hier minder controle over is. “De piste is anders dan op de weg: daar heeft Lotte het veel meer zelf in handen.”
“Terwijl een omnium vier aparte onderdelen zijn, met telkens totaal verschillende omstandigheden, waar één foutje heel grote gevolgen kan hebben. Maar je voelt aan alles in de aanloop naar deze Spelen dat Lotte een missie heeft in Parijs. En Lotte op missie: die kan veel.” Bovendien is topfavoriete Katie Archibald niet van de partij.