In Roubaix Retro blikken we de hele week voorafgaand aan de Hel van het Noorden terug op de schoonste edities van Parijs-Roubaix die al werden verreden. Vandaag is het tijd voor een editie die nog altijd stof doet opwaaien. We gaan terug naar 2010.
Vlaanderen – en in het verlengde heel België – zit met een probleem. Een groot probleem. In de heilige wielerweek in het Nederlandstalige gedeelte van het toch al zo politiek verscheurde land heeft de held van Vlaanderen tot twee keer toe een ferme rechtse op zijn kaak gekregen. Tom Boonen is zowel in de E3 Prijs als in de Vlaamse Hoogmis, de Ronde van Vlaanderen, aan frieten gereden door grote concurrent Fabian Cancellara.
LEES OOK: CANCELLARA DOMPELT VLAANDEREN IN ROUW
LEES OOK: GILBERT VOERT KUNSTSTUKJE OP AAN EINDE CARRIÈRE
Hoe moet dat dan in Parijs-Roubaix? Een koers die Boonen, zo leert ons een blik op zijn palmares, wel beter ligt dan de Ronde. Tot dan toe heeft de regerend Belgisch kampioen drie keer gewonnen in Roubaix (2005, 2008 en 2009) en twee keer in de Ronde (2005 en 2006). Bovendien heeft hij – zoals de logica bevestigt – de laatste twee edities van ‘L’Enfer du Nord’ naar zich toe getrokken. De eerste van die twee was er zelfs een waarin meneer Cancellara op plek twee volgde.
Toch is er onzekerheid in aanloop naar de keienklassieker. Die Zwitsers kampioen heeft Boonen toch wel een ferme pandoering gegeven op de Muur van Geraardsbergen. Wat als de Berner Express nog eens die krachtige benenpartij laat spreken in het Bos van Wallers, op Mons-en-Pévèle of Carrefour de l’Arbre? Kan Boonen dan volgen?
’BALEN, WE HAVE A PROBLEM!’
Een groep vluchters die geen naam mag hebben – hoe erg dat ook moge klinken – krijgt een kleine voorgift, maar in aanloop naar het Bos van Wallers verkleint die voorsprong zienderogen. Bij het binnenrijden van de gevreesde Trouée d’Arenberg zitten de twee grote kemphanen op kop van het peloton. Om de controle te houden, zo blijkt.
BEKIJK OOK: HET VOLLEDIGE PARCOURS VAN PARIJS-ROUBAIX 2023 TOT IN DETAIL!
Na 200 kilometer zijn de vluchters eraan voor de moeite en geeft Cancellara een eerste prikje. Boonen volgt gezwind. De twee hebben in de gaten dat ze elkander van geen vin mogen wijken. Kort voor de strook van Orchies probeert de Belgisch kampioen het, op een stukje ‘normaal asfalt’.
Op de daaropvolgende strook gaat hij nog eens, Cancellara reageert. Richting Mons-en-Pévèle valt het stil, waarvan Leif Hoste en Björn Leukemans profiteren. Het tweetal neemt wat voorgift op de grote groep, waar vertwijfeling is. De Zwitsers kampioen acht zijn kans gekomen; Boonen zit achterin de groep en ziet zijn concurrent verdwijnen. Hij moet er – te laat – achteraan. De woorden van Sporza-commentator Michel Wuyts zijn legendarisch: “Balen, we have a problem!”
HEILIGE SOLO
In 1923 weet de Zwitser Heiri Suter als eerste renner ooit de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix in hetzelfde jaar te winnen. Op Mons-en-Pévèle lijkt al duidelijk te worden dat een nieuwe Zwitser hetzelfde gaat flikken. Cancellara sluit aan bij Hoste en Leukemans en maakt gelijk gehakt van het Vlaamse tweetal.
Hij is ribbedebie. Boonen moet de meubelen gaan redden, maar komt geen seconde dichter op de Zwitserse pletwals. Die eet kasseien als ontbijt, lunch en diner en doet het lijken alsof Parijs-Roubaix een wedstrijd is waarbij pijn niet bestaat en alles leuk is!
Tekenend beeld is de TGV die aan de zijde van Cancellara zijn weg naar Roubaix baant. De Zwitser haalt net als een week eerder het engeltje uit zijn achterzak om het te tonen aan de wielerwereld. Op de piste van Roubaix kan hij rustig zijn kabinetstukje bezegelen met een mooi zegegebaar. Na 2006 wint Cancellara voor een tweede keer Parijs-Roubaix.
Achter hem wordt Thor Hushovd tweede, voor Juan Antonio Flecha. En Boonen? Die druipt af na een vijfde plaats. De Belgisch kampioen vertrekt uit Noord-Frankrijk met de staart tussen zijn benen.
MOTOR?
In de weken, maanden en jaren na zijn majestueuze dubbel wordt Fabian Cancellara vaak beticht van het gebruik van een motortje in zijn fiets. De Zwitser zou volgens de motortheorieën niet zittend kunnen wegrijden van zijn concurrenten op de Muur en op een vlak stuk asfalt in de Helleklassieker.
Het blijft giswerk en tot op de dag van vandaag hebben we nog altijd geen antwoord gekregen. Wat blijft is de herinnering aan een dubbelslag die qua dominantie zelden meer vertoond is.