Eli Iserbyt moest afgelopen zondag opgeven in Namen met die heropspelende zenuwpijnen. Zo dacht iedereen. Want klaarblijkelijk zijn die nooit echt weggeweest. Iserbyt zegt dat hij er moet mee leven in een emotioneel betoog.
Begin van het einde
Het verhaal start zo’n twee jaar geleden. "Ik begon aan het veldritseizoen van 2022 met een ongemak in mijn linkerbeen, maar dacht er niet veel bij na. Het zou wel voorbij gaan, vermoedde ik. Wist ik veel dat het een frustrerende zoektocht zou worden naar opluchting”, begint Iserbyt zijn verhaal.
Al snel werd het ook een bijzonder frustrerend gegeven. "Het gevoel van ongemak veranderde in pijn, en die resulteerde dan weer in een verlies aan kracht. Na veel frustrerende momenten, bleef ik achter met ontelbaar veel onbeantwoorde vragen. Wat is het? En wat kunnen we eraan doen?"
Onbekende vijand
Maar op die vraag heeft Iserbyt tot op de dag van vandaag nog geen antwoord. Soms is het erger, zeker tijdens het beoefenen van zijn sport, en dan is opgeven de enige optie, zegt Iserbyt. Zoals afgelopen zondag dus in Namen. Telkens moet hij hopen dat het dan snel beter zal worden.
"In het begin van mijn carrière wou ik mijn lichaam pushen tot voorbij zijn limieten. Ik wou de 'vijand' verslaan en streven naar het best mogelijke resultaat. Iedere keer. Vandaag zit die vijand in mijn lichaam. Ik heb er de voorbije twee jaar tegen gevochten.”
Iserbyt spreekt al van een chronische pijn. "Ik heb leren leven met deze pijn en heb het een plekje kunnen geven in mijn leven. Zelfs terwijl ik dit aan het schrijven ben, heb ik mijn zitpositie 5 keer moeten aanpassen en heb ik mijn been 10 keer uitgestrekt."
"Dit is geen blessure. Dit is een manier van leven geworden de voorbije twee jaar. Ik blijf hoopvol voor de wedstrijden die komen en zal zoals altijd alles geven om goede resultaten te behalen."