Voor Mathieu van der Poel zit zijn jaar als wereldkampioen er alweer bijna op. Eind september volgt er immers een nieuw WK. En er is toch de nodige twijfel of de Nederlander zijn regenboogtrui voldoende heeft kunnen laten zien.
Onterechte kritiek
Er was uiteraard een geweldig voorjaar met onder meer de dubbel Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, maar deze zomer was het minder in de Tour en op de Olympische Spelen. In totaal komt Van der Poel ook aan amper 29 koersdagen. Er wordt hier en daar dan ook gesteld dat dit ‘wereldkampioen-onwaardig’ zou zijn. Daar gaat vader Adrie van der Poel niet mee akkoord.
Hij komt met een stevige repliek bij Wielerflits. “Dat is wel heel kort door de bocht. De meeste mensen die dat soort dingen roepen, beseffen niet echt wat zo’n voorbereiding op het voorjaar kost en de druk die erbij komt kijken om in die wedstrijden top te zijn. Ik denk ook dat in de Tour duidelijk is geworden dat deze Ronde van Frankrijk niet geschikt was voor het type renner als Mathieu”, aldus Adrie.
Ook op de Olympische Spelen wou het dus niet lukken. Al zien vader en zoon Van der Poel daar een duidelijke oorzaak voor. “Kijk, voor zo’n wedstrijd moet je gewoon super zijn. En ik denk dat Mathieu gewoon goed was. Hij vond het niet zwaar genoeg, maar kan dat wel plaatsen.”
Geslaagd seizoen
En ook wat betreft het aantal koersdagen van zijn zoon vindt Van der Poel sr. de kritiek niet terecht. “Het najaar volgt nog (met onder meer de Renewi Tour, nvdr). Dan komt hij qua aantal gereden wedstrijddagen toch uit op een stuk of 45. Dat is ongeveer hetzelfde van wat hij de andere jaren ook heeft gedaan.”
Adrie van der Poel is dan ook tevreden over het seizoen van Mathieu. “Voor mij blijft het gewoon goed. Ik bedoel, als je twee Monumenten wint en die andere twee top-10 rijdt, met nog wat andere klassiekers daar net onder…”
“Oké, dan kom je terug bij de Tour. Ja, dat had beter gekund. Maar het was niet slecht wat hij daar deed in het belang van de ploeg. Individueel zijn die oorzaken wel gekend, denk ik. Hij mag meer dan tevreden zijn.”