22 Belgen komen er zaterdag aan de start van de Vuelta, waaronder ook Thomas De Gendt. Voor hem zal het de laatste laatste grote ronde uit zijn carrière worden, en die zou hij uiteraard graag beklinken met een ritzege.
Veel vluchterskansen
Al bleef hij wel voorzichtig in zijn interview met In de Leiderstrui. “Als ik drie weken shit zal rijden, dan is dat ook zo. Ik heb er alles aan gedaan. Hopelijk heb ik de beste drie weken van mijn leven, maar ik maak mij ook geen illusies en weet dat het een heel zware wedstrijd gaat worden.”
Maar De Gendt ziet wel absoluut mogelijkheden. “Er zijn veel kansen voor de vluchters. Het is niet zoals in de Tour, met Pogacar, Vingegaard, Evenepoel en die mannen. De klassementsrenners in de Vuelta hebben een minder agressieve koersstijl en ik denk dat het een traditionele Vuelta gaat worden, met ongeveer tien kansen voor de vluchters.”
Kijken naar Van Aert
Het feit dat Wout van Aert van de partij is zou volgens De Gendt weleens een voordeel kunnen opleveren voor hem, en andere renners van zeg maar minder statuur. “Bij mijn laatste ritoverwinning in een grote ronde was het Mathieu van der Poel (Napoli 2022, Giro d'Italia, red.) die in de kopgroep zat, wat het makkelijker maakte voor ons. Iedereen zat op zijn wiel.”
“Iedereen keek toen naar Van der Poel. Dat zal nu met Van Aert hetzelfde scenario zijn”, waarschuwt hij zijn landgenoot alvast. “In de Tour is het ook zo gegaan, dat Campenaerts deels dankzij Van Aert heeft kunnen winnen. Iedereen keek toen toch een beetje naar Van Aert om het gat toe te rijden, die dat dan niet direct deed.”
“Ik denk dus wel dat het soms een hulp kan zijn om zo’n renner mee te hebben, maar je moet hem wel kunnen kloppen. Het blijft Van Aert en dat is geen gemakkelijke om te kloppen”, beseft De Gendt tegelijkertijd.