Komende zaterdag is het zover: dan zien we Mathieu van der Poel zien entree maken op de weg. Dat doet de Nederlander in Milaan-Sanremo, de wedstrijd die hij vorig jaar nog op overtuigende wijze wist te winnen.
Is dat voor zaterdag ook een realistisch scenario, bij zijn eerste koers van 2024 op de weg? “Met wat we vandaag weten zijn we tevreden over het vormpeil van Mathieu. En dus is het logisch dat we zaterdag met verwachtingen aan de start staan. We vrezen niet voor een gebrek aan competitieritme”, is ploegleider Christophe Roodhooft duidelijk in Het Nieuwsblad.
“Twee jaar geleden begon hij ook aan zijn wegseizoen in Milaan-Sanremo en werd hij derde. Nadat hij uit blessure kwam en pas op donderdag werd besloten om hem te laten starten als vervanger van de zieke Gianni Vermeersch. Zou het een verschil gemaakt hebben mocht Mathieu wel de Tirreno gereden hebben?”
“Het zou alvast geen garantie op succes geweest zijn. Milaan-Sanremo is een bijzonder moeilijke wedstrijd om te winnen, ook voor Mathieu van der Poel. Maar dat geldt gelukkig voor iedereen. Dus hebben we een kans”, heeft Roodhooft zeker het nodige vertrouwen.
Strijden met Pogacar
Maar dan zal Van der Poel wel moeten afrekenen met mannen als Tadej Pogacar. Al ziet de ploegleider van Alpecin-Deceuninck het als een voordeel dat de Sloveen ook van de partij is. “Het maakt koersen voor Mathieu alleszins makkelijker”, klinkt het namelijk enigszins verrassend.
“Als renners van dat kaliber alleen in een peloton zitten, dan komt al het gewicht van de wedstrijd bij hen en hun ploeg te liggen. Van zodra er twee of meer echte toppers aan de start staan, wordt er gekoerst en valt de wedstrijd veel makkelijker in een plooi waarin ze de wedstrijd effectief kunnen winnen.”