In de schaduw van Wout van Aert en Mathieu van der Poel snelde Laurens Sweeck zondag in Benidorm naar eindwinst in de Wereldbeker. De renner van Crelan-Fristads werd vierde aan de Spaanse kust, genoeg om Michael Vanthourenthout sowieso achter zich te laten voor de slotwedstrijd in Besançon.
Van der Poel en Van Aert trokken zoals altijd alle aandacht naar zich toe, maar het was Sweeck die achteraf wel de Wereldbeker van 2022-2023 op zijn naam mocht schrijven. De crosser van Crelan had mindere momenten in Benidorm, maar slaagde erin te doen wat hij moest. Achteraf was de ontlading dan ook groot. "Ik had even wat moeilijkere momenten, maar het was moeilijk om continu druk te houden op de benen. Dat merkten ze vooraan ook wel. Maar ik ben blij met mijn wedstrijd en dat de buit binnen is", vertelde hij voor de camera van Wielerflits.
“Een keer of twee kon ik terugkeren, dat was te danken aan de omloop. Cross is nooit makkelijk, maar er zijn wel lastigere parcoursen dan dit”, ging Sweeck verder. De versnelling van Van Aert en Van der Poel kon de Belgische crosser moeilijk volgen en in de laatste ronde stak ook Iserbyt hem nog voorbij, maar desondanks kroonde hij zich nog tot kampioen in de Wereldbeker.
Een flinke opsteker voor het WK in Hoogerheide van binnen twee weken. Van der Poel, winnaar in Benidorm, vond de koers van gisteren niet echt representatief voor het wereldkampioenschap. “Ik denk dat je een beetje iets kan meten, maar de verschillen gaan daar wel iets groter zijn. Nu waren de verschillen tussen de top-5 klein, maar daar zullen de beteren sneller gaan bovenkomen. Zelf denk ik dat ik dit jaar overal goed uit de voeten kan”, antwoordde Sweeck op zijn Nederlandse collega.