Gianni Vermeersch kroonde zich afgelopen zondag tot wereldkampioen gravel in het Italiaanse Veneto. De Alpecin-Deceuninck-renner haalde het in een één-op-één strijd van thuisrijder Daniel Oss, ploeggenoot Mathieu van der Poel kwam als derde over de streep.
De 29-jarige Vermeersch beseft nog niet helemaal wat hij zondag heeft verwezenlijkt. Iedereen wist dat de West-Vlaming goeie benen heeft, maar dit had hij in de verste verte niet zien aankomen. "Ik had nog nooit een echte gravelrace gereden", geeft hij eerlijk toe aan Het Laatste Nieuws. "Ik heb de race nog een paar keer herbeleefd. We zijn gaan eten met de ploeg, ik heb wat gedronken, maar ik zat op een deftig uur in bed. Maar slapen lukte niet meteen."
Vrijdag rijdt hij voor de tweede keer in zijn carrière mee in een gravelrace, en zal te bewonderen zijn in de begeerde regenboogtrui. "Ik heb mijn trui niet willen aandoen om te trainen. Ik heb enkel nog maar de originele trui en ik wil die niet vuil maken. Vrijdag rijd ik nog een koers hier in Italië en tegen dan ga ik mijn trui van de ploeg hebben. Dat wordt speciaal, denk ik.”
Vermeersch rijdt bij Alpecin-Deceuninck meestal in dienst van iemand anders, waardoor zijn palmares niet volstaat met overwinningen of ereplaatsen. De wereldtitel behalen in Veneto was dan ook een bijzonder moment voor hem. “Zondag was de mooiste dag in mijn carrière. Zevende worden in de Ronde van Vlaanderen was ook speciaal, maar wereldkampioen worden, is uniek.”