En zo kunnen we de veldritfiets helemaal aan de kant zetten. Met de Sluitingsprijs in Oostmalle werd het crosseizoen van 2024-25 volledig beklonken. Tijd om een balans op te maken dus, iets wat ook Bart Wellens als columnist van Het Nieuwsblad voor zijn rekening neemt. Hij trekt ook een opvallende conclusie over Wout van Aert en Mathieu van der Poel.
Irritatie tegenover Wout van Aert en MvdP
Want hoewel ook hij de twee grote tenoren graag ziet komen in de cross, is er iets wat hem stoort wanneer ze er effectief bijkomen. Namelijk het feit dat andere renners – zeg maar de fulltime crossers – zich dan niet meer voor de honderd procent lijken te geven. Alsof ze op voorhand al beseffen dat ze verloren zijn. Gelatenheid.
Iets wat Wellens toch niet goed begrijpt. “Het zou niet mogen”, is hij duidelijk, waarna hij verwijst naar de mooie strijd tussen Iserbyt en Van Aert in Gullegem. Om meteen daarna diezelfde Iserbyt toch met de vinger te wijzen. “Bij Eli zie je vaak dat het minder gaat wanneer Wout en Mathieu erbij komen. Daar kan je bijna je klok op gelijk zetten.”
Volgens Wellens vindt ook niet iedereen het even geweldig als Van Aert en Van der Poel terug opduiken. “Ik zou het daar moeilijk mee hebben gehad als er destijds wegrenners nog eens even kwamen crossen. Misschien moet er eens iemand opstaan en zeggen dat het ‘kul’ is dat die jongens komen crossen. Maar niemand durft dat te zeggen.”
Toch nog steeds een meerwaarde
Desalniettemin brengen Van der Poel en Van Aert natuurlijk wel iets extra aan de cross. Meer supporters op de been, om al mee te beginnen. In dat opzicht beseft Wellens ook wel dat ze nog steeds een grote toegevoegde waarde zijn voor het veldrijden. Bovendien kregen we ze meer in actie te zien dan op voorhand werd gedacht.
Zo bleef Van der Poel lang in het ongewisse over zijn programma, maar reed die uiteindelijk toch voldoende wedstrijden, ook al moest hij dan nog enkele keren forfait geven door een gebroken rib, opgelopen in Loenhout. Van Aert van zijn kant stond dan alsnog aan de start van het WK in Lièvin.
Intussen ziet Wellens overigens ook dat er een nieuwe publiekslieveling is opgestaan met Thiba Nys. “Thibau is een populaire jongen, hij brengt veel mensen naar de cross. En hij durft al eens iets te zeggen. Hij heeft iets wat Wout, Mathieu en Pidcock, als hij er is, ook hebben. Die jongens durven al eens iets extravagants te doen. Dat hoort erbij. En zoals Thibau er in Benidorm alles aan deed om Wout te kloppen, dat vind ik top.”