Het werd uiteraard een bijzonder bewogen crossweekend, met de nationale titels die op het spel stonden. Thibau Nys kroonde zich tot Belgisch kampioen, bij onzer noorderburen was het zowaar Tibor Del Grosse die zich tot Nederlands kampioen kroonde.
Nieuwe Van der Poel
En daarmee lijkt Del Grosso nu definitief tussen de groten komt te staan in de huidige crosswereld. Insiders weten uiteraard al langer dat hij bulkt van het talent, het zal nu moeten blijken hoe goed hij écht is. Sommigen hebben alvast bijzonder grote verwachtingen van Del Grosso. Zoals Jurgen Mettepenningen bijvoorbeeld.
Die noemt hem immers “de gedoodverfde opvolger van Mathieu van der Poel”. Straffe taal, maar in principe weet hij waarover hij spreekt. Mettepenningen had de Nederlander in zijn ploeg als junior. Hij nuanceert wel meteen bij Het Nieuwsblad. “Ik zeg niet dat Tibor zo goed wordt als Mathieu van der Poel.”
“Maar hij is ook iemand die Parijs-Roubaix kan winnen bij de profs. Vanaf dag één dat hij bij ons reed zagen we dat hij een heel groot talent was. We wilden hem absoluut houden, maar hij wilde zijn limieten aftasten op de weg en daar konden wij hem geen goed programma geven.”
Voorzichtig met vergelijkingen
Ook een andere ploegleider, Adri Van Houwelingen, ziet wel gelijkenissen met Van der Poel. “Hij heeft dezelfde speelsheid op de fiets. Ik denk niet dat we ooit een training gedaan hebben waarbij Tibor geen honderd meter op zijn achterwiel heeft gereden of geen halve minuut gesurplacet heeft.”
Daarnaast was ook Bart Wellens vol lof in zijn column. Hij spreekt over een multitalent, maar de vergelijking met Van der Poel laat hij toch nog deels achterwege. “Of hij te vergelijken is met Mathieu, zal de toekomst moeten uitwijzen. Het moet allemaal nog beginnen, maar met het niveau dat hij nu al heeft, weet je dat hij een mooie toekomst voor zich heeft.”
Dat kan natuurlijk iedereen zien. Net zoals elke koersfan wel ziet dat Del Grosso alvast over gelijkaardige kwaliteiten beschikt als Van der Poel. Maar om straks effectief in diens voetsporen te treden, dat is toch nog een ander verhaal. Christophe Roodhooft, ploegleider van de twee bij Alpecin-Deceuninck, predikt dan ook rust.
“Laten we zien hoe Tibor zich dit voorjaar handhaaft in een wegpeloton. Hij heeft zeker potentieel, maar ik herinner mij bijvoorbeeld Quentin Jauregui, een renner aan wie Mathieu als belofte meer dan de handen vol had. En soms zelfs handen tekort kwam. Maar uiteindelijk hebben die twee heel andere carrières gemaakt”, besluit hij.