Wout van Aert pleitte er onlangs - in het kader van de discussie omtrent koersveiligheid - voor om de versnellingen in het peloton te limiteren. Dat kwam hem op de nodige kritiek te staan, al was er uiteraard ook genoeg steun voor zijn idee.
Chris Froome en Matteo Trentin zijn slechts twee voorbeelden van renners - maar ploegleider Marc Madiot is ook een bepleiter van dat standpunt - die zich kunnen vinden in de uitspraken van Van Aert, die er wat betreft zijn opinie geen gras over liet groeien.
Versnellingen limiteren?
''Het limiteren van het aantal versnellingen zou de sport al veel veiliger maken. Andere renners denken van niet, maar ik ben ervan overtuigd'', sprak de Visma | Lease a Bike-kopman klare taal.
Dat kwam Van Aert dan weer op de nodige kritische klanken te staan, van onder meer Dan Bigham. Hij is tegenwoordig werknemer bij Red Bull-BORA-hansgrohe. En ook Casper Von Folsach, performance coach bij Uno-X, had zijn twijfels, evenals een aantal renners.
Zonneveld spreekt klare taal
Thijs Zonneveld, niet de minst invloedrijke journalist in wielerland, was het dan weer wél eens met Van Aert. In zijn column in het Algemeen Dagblad refereert hij aan die verschrikkelijke val in de Ronde van het Baskenland van vorig jaar.
''Die bocht was niet scherp of erg glad. Er zaten een paar hobbels in het asfalt, dat wel. Maar het grootste probleem was iets anders. De snelheid. Met 80 per uur vloog een heel peloton in een bocht naar rechts'', aldus de fervent strandracer. ''Te hard, veel te hard. Een paar seconden later lag een man of dertig opeengestapeld in een betonnen gracht.''
Sneller, sneller, sneller
Volgens de man met uitgesproken mening mag het dan ook een wonder heten dat er toen geen doden vielen. ''Hetzelfde zie je bij de crash van Van Aert in Dwars door Vlaanderen. Een bijtrapafdaling met snelheden van 80 kilometer per uur. De schade van die twee valpartijen dreunde het hele jaar na.''
Zonneveld is de eerste die toegeeft dat koers altijd al gevaarlijk was en om te zeggen dat er veel ongelukken hebben plaatsgevonden doorheen de jaren. ''Maar de laatste tijd is er méér competitie, waardoor er méér wordt gevochten om elk plekje. En vooral: het gaat alsmaar harder. Ploegen met grotere budgetten, betere voeding, specifiekere training, aerodynamischer materiaal: iedere houtje-touwtjerenner kan erover meepraten. Sneller, sneller, sneller: je ziet het terug in alle data.''
Materiaal langzamer maken
''In een peloton zorgt dat ervoor dat de tijd om te reageren op onverwachte bewegingen een stuk kleiner is geworden en tegelijkertijd dat de gevolgen van fouten veel groter zijn'', concludeert de in Amsterdam woonachtige schrijver, die ook een harde conclusie trekt. ''Wielrennen op het hoogste niveau gaat simpelweg te snel voor de parkoersen waarop wordt gereden.''
Wat is volgens Zonneveld dan de oplossing? ''Dat betekent parkoersen aanpassen, maar ook iets anders. Iets wat tot nog toe nauwelijks is gebeurd: het materiaal langzamer maken. Het is volkomen logisch om ook strengere eisen te stellen voor aerodynamische innovaties of om ploegen te verplichten met bredere of meer geprofileerde banden te gaan rijden.''