Lotte Kopecky liet afgelopen zomer de Tour de France Femmes aan zich voorbij gaan vanwege de Olympische Spelen. Volgend jaar is ze er opnieuw bij en volgens Ine Beyen mag ze dromen van het allerhoogste.
Kopecky werd in 2023 al eens tweede in La Grande Boucle. Toen moest ze enkel haar ploeggenote Demi Vollering voor zich dulden. Volgend jaar zal de Tour de France Femmes voor het eerst negen etappes tellen én de organisatie heeft gekozen voor maar liefst meer dan 17 000 hoogtemeters.
Keuzes maken
"De Tour de France Femmes is inderdaad in zijn totaliteit een beetje lastiger dan we de voorbije jaren gezien hebben", geeft koersdirectrice Marion Rousse toe bij Sporza. "We doen mee met de snelle evolutie van onze sport. Soms sta ik er zelf van te kijken hoe snel het gaat."
Er werd wel geen tijdrit opgenomen in het parcours. "Klopt, maar die was er ook niet in ons eerste jaar. We zijn een jonge koers en we willen niet elk jaar hetzelfde doen. We willen variëren, maar dit zegt niets over wel of geen tijdrit de komende jaren."
Kopecky
Volgens Rousse is Kopecky één van de absolute favorieten voor de eindzege. "Ze verrast me elk jaar en ze evolueert ook elk jaar. Het is vooral belangrijk geweest dat Lotte zelf beseft dat ze kan meedoen voor het klassement."
"De eerste 2 ritten zijn voor punchers. Dat ligt haar en daar kan ze bonificatieseconden nemen. Je geeft Kopecky maar beter niet te veel ruimte, want ze kan het middengebergte aan."
Ook Ine Beyen is die mening aangedaan. "In 2023 heeft ze bewezen dat ze kan klimmen. Belangrijk ook: die Tourmalet lag op het einde van de Tour. Dan speelt ook de vermoeidheid mee en daar heeft ze dus een streepje voor. Ik zie haar wel aanklampen op de Madeleine."