Door de dominantie van Tadej Pogacar in de Tour de France is doping weer een bijzonder actueel onderwerp. Marc van der Beken, lid van het Vlaamse antidopingagentschap, boog zich over de kwestie.
Tadej Pogacar vermorzelde in de Tour de France zijn eigen vermogensrecords. Derek Gee, die eindigde op bijna een half uur van de Sloveen, had volgens een analist de Tour van enkele jaren geleden gewonnen met tien minuten voorsprong. Het peloton gaat steeds sneller en harder, het mag dan ook niet verbazen dat de vragen rond doping weer de kop opsteken.
Wielrennen is dopingarm
"Is de sport vandaag dopingvrij geworden? Nee, de sport is dopingarm. Malafide sporters die de boel willen belazeren, hebben nog altijd genoeg mogelijkheden", aldus Van der Beken bij Het Nieuwsblad.
Maar volgens de specialist wordt het wel steeds moeilijker op doping op een grote schaal te gebruiken. Renners moeten namelijk altijd laten waar ze verblijven en kunnen op elk moment van de dag gecontroleerd worden.
"Je moet niet denken dat sporters geen doping meer nemen omdat ze het verkeerd vinden. Wij treden op binnen bepaalde spelregels. Dus degenen die het spelletje wat kennen, slagen er ongetwijfeld nog wel in om niet volledig zuiver een sport te bedrijven. Daar zijn we van overtuigd."