Tadej Pogacar zette zondag de tweede etappe van de Giro d'Italia naar zijn hand na een ferme versnelling richting Oropa. Zelfs een valpartij kon de Sloveen niet tegenhouden, al had hij wel nog een appeltje te schillen met z'n eigen team.
Twee etappes ver en Pogacar schittert al in de roze leiderstrui. De gedoodverfde favoriet voor de eindzege in de Ronde van Italië deelde gisteren al een eerste ferme tik uit aan de concurrentie. Iedereen wist wanneer de Sloveen zou demarreren, maar niemand slaagde erin het helse tempo van Pogi te volgen.
Valpartij
En toch leek het even mis te lopen voor de tweevoudige Tourwinnaar. Pogacar ging namelijk in volle finale tegen de grond. "Ik bleef rustig. Ik kreeg een lekke band door een gat in de weg. Ook was het wiel gebroken", begon hij na de etappe tegenover de verzamelde pers.
"Er was wat verwarring. Ik wilde namelijk voor de bocht stoppen en niet erna, zoals de ploegleider dacht. Toen viel ik, maar het was niets serieus. Ik voelde me goed en ook de ploeg was sterk. Zij brachten me terug naar voren. Daarna reden we een straf tempo en verliep alles perfect. Het was geen goed besluit om na de bocht te stoppen, maar het was zonder erg."
Relax
Vandaag zal Pogacar hoogstwaarschijnlijk niet strijden voor de ritzege. Het parcours van vandaag is namelijk spek naar de bek van de sprintbommen. "Ik wilde de ritzege, wat tijd pakken en de benen testen. Het roze pakken was de droom. Nu kunnen de ploeg en ik de komende dagen wat relaxen", besloot de Sloveen.