Het Vlaamse voorjaar zit er alweer op, maar van Eddy Planckaert was er dit jaar geen spoor op televisie. Geen toeval zo blijkt, want heeft Planckaert voor zichzelf beslist om ermee op te houden als analist. En dat heeft een goede reden.
Boze Van Aert
In een interview met Humo verklaarde Planckaert dat zijn tijd als analist er definitief op zit. “Nee, dat is gedaan”, klinkt het daar stellig. “Ik zat daar in de studio met die jongere mannen. Die zien het helemaal anders dan ik en daar ga ik dan tegenin. Maar ik heb geen zin meer om altijd tegen de nieuwe generatie te fulmineren.”
Planckaert heeft het blijkbaar niet echt met het moderne wielrennen. En dan geraakte hij zelfs al eens in onmin met één van de grootste Belgische coureurs van het moment. “Trouwens, Wout Van Aert is eens heel kwaad geweest op mij”, onthult Planckaert immers.
De reden daarvoor valt niet ver te zoeken. Net als zovele anderen vond hij immers dat Van Aert zich al te veel heeft opgeofferd. “Omdat ik zei dat hij een renner was om drie keer de groene trui te winnen... maar níét als hij de hele tijd op kop rijdt.”
“Spaar u, en win zelf verdorie drie ritten. En als Vingegaard dan die laatste 200 meter weigert over te nemen om eens iets terug te doen: daar kan ik niet tegen. Dat zeg ik dan, voor zijn eigen goed. Nu zijn die kansen voor de groene trui weg, want Philipsen is opgestaan”, is Planckaert van oordeel.
5 monumenten voor Van Aert
Die toont evenwel ook empathie na zijn zware valpartij. “Het is erg voor alles en iedereen, maar vooral voor Wout en de renners die daar op de grond lagen lagen. Zo zie je nog maar eens hoe moeilijk het is om de Ronde of Parijs-Roubaix te winnen, al is het maar één keer.”
Om vervolgens toch nog eens op dezelfde kritische nagel te kloppen. “En ja, je hele voorjaar op twee monumenten afstemmen, dat is niet verstandig. Want nu is er weer een jaar voorbij”, zucht Planckaert.
“Wout zegt zelf dat hij heel graag voor de ploeg werkt. Maar in theorie moet een renner als Van Aert altijd de enige kopman zijn, met zes goeie knechten rond hem. Dan had hij al vijf monumenten gewonnen. Zonder enige twijfel.”