De laatste tijd komen er steeds vaker verhalen bovendrijven van renners die positief testten op een dopingtest, zonder dat ze de bedoeling hadden om een verboden middel te gebruiken. Ook Thomas De Gendt zit met die angst.
Shari Bossuyt, Toon Aerts, Michel Hessmann. Het zijn maar drie voorbeelden van coureurs die de afgelopen jaren op non-actief werden gezet nadat er een verboden stof in hun lichaam werd aangetroffen. Alle drie zweren ze erbij dat ze niet de intentie hadden om de stof te gebruiken, maar ze werden allemaal wel door de UCI op non-actief gezet.
Wiet
Thomas De Gendt, die op z'n 37ste aan zijn laatste seizoen bezig is, vertelde bij In De Wereld over zijn angst voor het zo'n positieve test. "Er zijn heel veel wedstrijden, vooral in Spanje, waar je op de beklimmingen een wietgeur ruikt”, vertelt hij. “Als je daardoor rijdt, krijg je de rook binnen. We hebben aan onze dokter al gevraagd: Wat als we daarna positief testen?” Maar hij stelde ons gerust dat we door dat beetje rook niet positief zouden testen.”
Chinees vlees
Ook de angst om een vervuild voedingssupplement binnen te krijgen is reëel. “Volgens de dopingregels ben je verantwoordelijk voor alle stoffen die in je lichaam zitten. Dat gaat om de kleinste hoeveelheid. Als je bijvoorbeeld in China gaat koersen, moet je op je hoede zijn. Daar zijn de richtlijnen over clenbuterol in het vlees niet zo strikt als bij ons. Als je daar een biefstuk zou eten, is de kans groot dat je een clenbuterolvervuiling in je lichaam hebt."
De Gendt is quasi altijd op z'n hoede, ook bij de kleinste dingen. "Als mijn vrouw dan zo’n zalf gebruikt waar iets inzit wat ik zeker niet in mijn lichaam mag hebben, dan ga ik die zalf zeker niet smeren op haar. Ik vermijd dan ook de ingesmeerde plaats zodat ik er niet per ongeluk tegenaan wrijf.”