Enige tijd later is de storm dan wel gaan liggen, maar het ligt Vereenooghe nog steeds op de maag. Vooraleerst geeft ze wat meer duiding over het project in De Tijd. “Ik ben met het idee naar de VRT gestapt. Ze vonden mijn idee gewoon beter dan dat van anderen. Dat is een licentieovereenkomst. Zoals je weet, moet de VRT 40 procent van de inkomsten uit de markt halen. Wel, ik zorg mee voor een deel van die 40 procent. Daar is niets mis mee.”
Desondanks kwam er dus toch fikse kritiek, volgens Vereenooghe volledig uit de lucht gegrepen. “Wat me meest stoorde, was het enorm seksistische karakter van de berichten. Ik was het domme blondje, dus Karl ‘had mijn naam alleen maar gebruikt om zijn commerciële activiteiten onder te brengen’. Excuseer? Ik heb dit bedrijf zélf opgestart en uitgebouwd. Al mijn spaarcenten zitten erin.”
“Maar als jonge, blonde, vrouw ben ik voor bepaalde media blijkbaar een gemakkelijk target als alibi om Karl en de VRT aan te vallen. Dat de Raad voor de Journalistiek zich over de ‘commerciële activiteiten van Karl Vannieuwkerke’ moest buigen, is zelfs lachwekkend.”