De tijden dat piepjonge renners hun plekje binnen het team moesten verdienen, zijn al lang vervlogen. Tom Boonen heeft het wel nog meegemaakt en dat was niet altijd even gemakkelijk.
Het begon al in zijn eerste profjaar in 2002, bij US Postal. Tijdens zijn allereerste deelname aan Parijs-Roubaix reed de toen 21-jarige Boonen de hele wedstrijd lang in dienst van zijn kopman George Hincapie. De piepjonge Boonen was echter veel sterker dan de Amerikaan en verraste met een podiumplaats.
Een jaar later trok hij naar Quick-Step en daar was het opnieuw hetzelfde verhaal. Johan Museeuw was dé grote kopman en Boonen deed braafjes wat van hem gevraagd werd. Dat heeft hem in 2003 mogelijks de zege in de Omloop Het Volk gekost. "Johan heeft mij daar geflikt", vertelt Boonen in gesprek met Het Nieuwsblad.
Boonen maakte in de finale deel uit van een kopgroep, met daarbij drie ploegmakkers (Johan Museeuw, Paolo Bettini en Frank Vandenbroucke). "In volle finale zegt Johan plots tegen mij: Tom, val een keer aan. Ik demarreer, maar Max van Heeswijk (US Postal) komt mij terughalen. Vervolgens demarreert Johan en niemand reageert nog. Toen had ik meteen door dat Johan met Van Heeswijk had gesproken."
Boonen was daar echter helemaal niet kwaad over. "Ik heb me laten flikken, maar dat hoort nu eenmaal bij de koers. Ik heb altijd veel respect gehad voor Johan en ik vond het als jonge gast een eer om voor hem te kunnen rijden."