Opnieuw was het raak voor Eli Iserbyt in de Wereldbeker cyclocross. In Fayetteville won hij zijn tweede Amerikaanse cross in een week tijd, maar er was een beklijvend duel met Laurens Sweeck voor nodig.
En toen het op een sprint-à-deux uitdraaide, dacht Iserbyt dat hij het had zitten. "Ik dacht echt: 'dat is 80% tegen 20% kans voor Laurens'", vertelde de leider in de wereldbekerstand na afloop in het flash-interview. "Want hij is echt een goede sprinter." De twee reden vorig jaar nog bij elkaar in de ploeg van Pauwels Sauzen-Bingoal, maar Sweeck maakte dit jaar de overstap naar Crelan-Fristads.
"Maar ik wist dat er wind op kop stond, dus ik moest de tweede positie pakken in aanloop naar de sprint. Ik had het geluk dat Laurens van kop aan ging, want hij reed echt een geweldige sprint." De winnaar van de Wereldbeker in de winter van 2021-2022 dacht eigenlijk dat hij eerder het verschil had kunnen maken, maar dat viel nog vies tegen. "Op het einde had ik niet veel krachten meer over, dus kon ik niet meer. Maar in de sprint werd het alles of niets."
Of hij in zijn kansen geloofde in de sprint? "Ja, toch wel. Je moet namelijk altijd in jezelf geloven. Toen ik bovenop de klim zag dat Laurens in het wiel zat, wist ik dat het een sprint ging worden." Iserbyt heeft nog lof voor zijn oud-ploeggenoot. "Ik weet dat Sweeck hier in zijn beste vorm is van de laatste vier, vijf jaar, dus chapeau voor hem."