Opnieuw was Tadej Pogacar heer en meester in de Ronde van Lombardije. Net als in 2021 mocht hij zijn handen in de lucht steken in de laatste grote klassieker van het jaar. Enric Mas en Mikel Landa vergezelden hem op het podium.
De 116e editie van de Ronde van Lombardije zou een emotionele worden. Het werd namelijk de afscheidskoers van twee absolute grootheden in de wielerhistorie. Vincenzo Nibali en Alejandro Valverde hingen na de Koers van de Vallende Bladeren hun fiets aan de spreekwoordelijke haak. Bij de start in Bergamo was er dan ook behoorlijk wat volk op de been om hen een laatste wielergroet te brengen.
🥹🥹🥹🥹@alejanvalverde | @vincenzonibali #iLombardia | #LaÚltimaBala pic.twitter.com/sk5gzDu3Ny
— Movistar Team (@Movistar_Team) October 8, 2022
HARDE KOERS
De 253 kilometer tussen Bergamo en Como zouden met name draaien om de laatste vier beklimmingen: de Madonna del Ghisallo, de San Fermo Della Battaglia, gevolgd door de Civiglio (aan de steile kant) en nog eens de San Fermo Della Battaglia. Maar dat betekende niet dat er in het eerste deel van de wedstrijd geen zware kost op het menu stond.
Een tiental koos het ruime sop, waarbij Lawson Craddock, Alessandro De Marchi, Kenny Elissonde en Aurélien Paret-Peintre de meest klinkende namen waren. In het peloton hielden Jumbo-Visma (Jonas Vingegaard), UAE Team Emirates (Tadej Pogacar) en Movistar (Enric Mas en Valverde) het tempo hoog en het gat tot de vluchters klein in het heuvelachtige eerste deel van de koers.
Op de Madonna del Ghisallo voerde Jumbo-Visma vervolgens het tempo op. Het ging voor onder meer tweevoudig wereldkampioen Julian Alaphilippe, maar ook voor schaduwfavoriet Alberto Bettiol te rap. Toch konden zij bergaf weer aansluiten en ging een relatief groot peloton op weg naar de eerste passage over de San Fermo.
POGI-SHOW
Daar ging het echter meteen op een lint en begon de echte finale. Met name UAE Team Emirates was hiervoor verantwoordelijk. Met vijf man sterk reden ze op kop van de eerste groep de Civiglio op. Daar moest het allemaal gebeuren voor de echte klimmers. Door het tempo van UAE (en Matteo Fabbro voor Bora-Hansgrohe) moest Nibali lossen. Davide Formolo mende de meute, waarna Pogacar aanviel. Enkel Mas kon in eerste instantie aanhaken.
Even later sloot ook Mikel Landa aan. De Bask van Bahrain-Victorious moest echter weer lossen toen Mas versnelde. In de afdaling van de Civiglio sloot hij vervolgens snel weer aan. Met dit koptrio ging het om de winst op de laatste keer San Fermo Della Battaglia.
De drie gingen echter met een strak tempo omhoog, zonder versnellingen. In de slotkilometer van de korte puist besloot Mas toch aan te vallen. Tot twee keer toe kreeg hij echter Pogacar er niet af, waarna de Sloveen nog eens probeerde. Ook hij kon niet solo gaan.
GRANDE FINALE
Landa volgde op de top van de San Fermo op ruime afstand. De Bask probeerde in extremis nog aan te sluiten in de afdaling, maar bleek in de slotkilometer net tekort te komen. Het werd een sprint-à-deux om de zege, waarin Pogacar de snelste bleek.
Voor Pogacar was dit ook een bijzondere zege. Niet alleen won hij na Luik-Bastenaken-Luik en een eerste keer Lombardije voor de derde maal een Monument, ook werd hij de eerste renner die bij zijn eerste twee deelnames aan de Italiaanse eendagskoers meteen won. Met zijn zestiende seizoenszege is Pogacar ook kwantitatief de meest succesvolle renner van dit jaar.