Tom Dumoulin lijkt de liefde voor de fiets terug te hebben gevonden. De Nederlander, die als eerste renner van Oranje de Giro d'Italia wist te winnen, rijdt zelfs terug mee in wedstrijden.
Dit is lachen
Zo heeft Dumoulin de charmes van het gravelracen ontdenkt. De Nederlander werd onlangs nog 31ste in de Egmond-Pier-Egmond en genoot met volle teugen van de wedstrijd. "Dit was de eerste keer weer met een rugnummer op de fiets en ik vond het eigenlijk wel weer lachen", legt hij uit bij Wielerflits.
"Het heeft niet iets in mij losgemaakt dat ik denk aan een comeback, maar ik vind het wel leuk om gewoon een keer een gravelkoersje mee te doen voor de lol, ook om wat variatie aan te brengen in het fietsen."
De Nederlander maakte ook meteen zijn volgende wedstrijd bekend. "De Sea Otter Classic", klinkt het, een gravelrace in Californië. "Maar nogmaals: ook dat is puur voor de leuk."
"Het is niet dat ik nou opeens Laurens ten Dam achterna ga en de hele wereld over ga reizen voor gravelkoersen en daarin ook met de besten mee ga strijden. Ik weet nog niet precies waar ik ga starten, maar die rijd ik in ieder geval."
Liefde voor de fiets
Dumoulin is verliefd op de fiets, zo veel is duidelijk. Als ambassadeur voor het merk Giant wil hij die liefde delen met zo veel mogelijk mensen. "Ik wil mensen mee nemen in mijn enthousiasme, waarom het leuk is om te fietsen en avontuurlijke dingen te doen op de fiets."
"Niet per se om de beste te willen zijn – dat is geweest – maar gewoon voor het avontuur en de lol. Dat daar dan, bijvoorbeeld in Egmond, nog wat competitiefs bij zat: okay, dat is leuk, maar dat hoeft niet altijd. Het gaat om plezier en die boodschap ook doorgeven aan andere mensen."
Een terugkeer naar het profpeloton als bv. ploegleider ziet hij dan weer niet zitten. "Ik sluit helemaal niks uit, maar op dit moment zie ik het niet zo snel gebeuren. Ik vind het stukje coaching wel interessant, dat zou ik misschien nog wel in de toekomst leuk vinden. Maar ik wil niet 180 dagen per jaar van huis zijn, dus ik ga echt… Nee, dat zie ik niet snel gebeuren”