Zijn scherpe meningen over de koers is hij nog niet kwijt. Echter merkt Roger De Vlaeminck dat het op zijn 77ste toch allemaal al wat stroever begint te lopen. Al doet hij er wel alles aan om de tand des tijds te doorstaan.
Niet meer van harte
Vorige week zondag kregen we nog eens Van Aert vs Van der Poel op het WK veldrijden in Liévin. Een echt duel werd het nooit, maar uiteraard mocht De Vlaeminck er wel zijn kijk op geven bij Het Laatste Nieuws. Ook hij moest constateren dat de slechte startpositie van de Kempenaar bepalend bleek en we zo geen strijd te zien kregen.
Maar het ging verder ook over zijn eigen gezondheid. Op je 77ste zijn dat immers toch al vragen waar je mee zit. De Vlaeminck merkt zoals gezegd dat het niet allemaal meer zo vlot meer loopt, al blijft hij toch bijzonder actief voor zijn leeftijd. “Beweeglijkheid is het grootste probleem, dat gaat allemaal niet meer zo soepel. Dus probeer ik toch nog drie, vier keer per week te sporten”, vertelt hij.
“Als het droog is en de zon schijnt, rijd ik met de velo. Niet te veel. Dertig, maximum veertig kilometer. En niet te rap. Gemiddeld zo’n 22 km/u. Ik kan sneller, voel soms de goesting opborrelen om nog een keer een sprintje te trekken. Maar ik durf niet.”
Schrik voor dementie
Het gaat fysiek dus eigenlijk wel nog zeer behoorlijk, en dat is ook mentaal het geval. Daar vreest De Vlaeminck echter wel een knak te krijgen. Zeker dementie vreest hij voor. “Toch wel een beetje, ja. Om dood te gaan ook. Wat ik daar dan tegen doe? Ha, proberen niet dood te gaan hé”, lacht hij. “Ik ben soms bang van mijn eigen. Da’s echt waar! Ik vergeet veel. En het verslechtert alleen maar, ik word dat gewaar.”
Onlangs was het ex-collega Eddy Merckx die een zwaar incident voor had op de fiets. Hij brak zijn heup. De Vlaeminck wenste hem veel moed toe. “Ja, we bellen elkaar een paar keer in de maand. Hij heeft me er iets van verteld. Eddy brak zijn heup, hé? Ik denk wel dat hij oké is. Ik vraag hem er ook niet het fijne van. Het heeft me niet afgeschrikt om zelf nog met de fiets te rijden. Op dat vlak sta ik niet te lang stil bij de dingen.”