Ze kregen alweer af te rekenen met de nodige dosis kritiek, maar als we het seizoen van 2024 gaan bekijken moet er toch opnieuw worden geconstateerd dat het een geslaagde jaargang werd voor Soudal Quick-Step. Al hebben ze dat in grote mate te danken aan twee renners.
Duo aan winst
En dan spreken we uiteraard over Remco Evenepoel en Tim Merlier. Elk op hun terrein behoren ze tot de besten van de wereld. Zodoende liet het duo ook dit seizoen andermaal flink wat overwinningen noteren. Zo hielden ze Soudal Quick-Step meteen ook eigenhandig recht en zorgden ze ervoor dat de kritiek kon verstommen.
Want kritiek, die was er zoals gezegd wel opnieuw. En dan met name in het voorjaar waar het andermaal zoeken maar niet vinden was voor The Wolfpack. Een jammerlijke vaststelling dat de Belgische topformatie zo snel van de maat der dingen naar een ploeg is gegaan die enkel een bijrol kan vervullen. En dat had toch gerust anders gemogen.
Geen kasseien meer
Zo was het immers niet zo dat ze bij Quick-Step niet de renners hadden om mee uit te pakken in de grootste klassiekers. Op papier althans. Van mannen als Julian Alaphilippe, Kasper Asgreen en ook Yves Lampaert – zeker in ‘zijn’ Parijs-Roubaix – mag gerust wat meer worden verwacht. Helaas werd het opnieuw een grote teleurstelling.
Amper één toptienplaats in de grootste klassiekers, zijnde De Omloop Het Nieuwsblad, E3 Saxo Classic, Gent-Wevelgem, De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Die kwam dan nog via, tromgeroffel… Tim Merlier! Een wedstrijd waarin de West-Vlaming de komende jaren overigens echt wel eens een gooi zou kunnen doen naar winst. Daarmee zou hij het voorjaar van de ploeg dan ook meteen kunnen redden.
Titel
Want helaas lijkt er niet veel beterschap aan te komen voor de troepen van Lefevere. Die zal dit voorjaar overigens zijn grootverdieners ook wel eens op hun plichten hebben gewezen na de makke resulaten. Ongetwijfeld. Mogelijk wel de laatste jaargang in enige tijd waarin de grote baas dit met recht en rede kon doen.
Asgreen – voormalig winnaar van de E3 en De Ronde – en Alaphilippe – wereldkampioen op ‘Vlaams’ parcours in Leuven – trekken de deur immers achter zich dicht bij Quick-Step. Daarmee meteen ook de mannen die in staat mochten worden geacht om in de grootste klassiekers mee te spelen en zelfs het laken naar zich toe te trekken.
Tegelijkertijd zal Lefevere vermoedelijk wel tevreden zijn om van enkele vette contracten verlost te zijn, want de prestaties volgden toch niet meer de laatste jaren. Of het duo bij hun nieuwe ploegen – EF Education en Tudor respectievelijk – straks nog voor veel spektakel zal zorgen, daarop lijkt de kans ook bijzonder gering.
Anonimiteit wenkt
In principe dus een goede zaak om afscheid te nemen, alleen wordt het hiaat in de kasseiklassiekers nu nog een pak groter. Met nieuwe aanwinsten als Pascal Eenkhoorn en Dries Van Gestel of zelfs Ethan Hayter zullen ze er meer dan waarschijnlijk niet komen. En meer is er de komende jaren ook niet mogelijk.
Áls Evenepoel zijn contract – tot eind 2026 – uit doet toch niet, moet er meteen worden bijgezegd. Want de ploeg is immers een nieuwe weg ingeslagen. Uit noodzaak. Er moesten om Evenepoel terdege bij te staan in de grote rondes – en dan met name de Tour de France – financiële knopen worden doorgehakt. Tegelijkertijd volop investeren in een klassieke ploeg is simpelweg financieel onhaalbaar.
Een logische en zeer begrijpelijke gang van zaken, maar het maakt wel dat de ploeg in het voorjaar nu volledig op instorten staat. Die grote macht van weleer dreigt nu helemaal een rol in de anonimiteit te gaan vervullen. Je kan dan ook al raden dat er opnieuw de nodige kritiek zal zijn, al is het maar omdat de perceptie het toelaat. Een foutieve perceptie.
Het is immers een verkeerd denkbeeld om te verwachten dat Quick-Step straks nog zal meespelen voor de prijzen. Een geluk bij ongeluk dat er tegenwoordig tegen mannen als Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar en Wout van Aert toch maar weinig te beginnen valt. Ook bij andere ploegen zien we geen evenknie opstaan. Of doet Remco het straks gewoon zélf?