Zaterdag is het zo ver. Remco Evenepoel, Lotte Kopecky en Wout van Aert bijten de Belgische spits af op de Olympische Spelen met een deelname aan de tijdrit. Maar zit de Tour de France niet nog te veel in de benen?
“Ik heb de laatste dagen van de Tour op een andere manier kunnen rijden dan gewoonlijk”, wist Wout van Aert te vertellen op het persmoment donderdag. “Ik had er nog weinig te winnen en mijn hoofd zat al in Parijs. Momenteel voel ik me goed. De Tour zit in mijn benen, maar ik heb er vertrouwen in dat ik zaterdag goed zal zijn. Ik had de Tour zeker nodig om een stap vooruit te zetten.”
Wegrit vs tijdrit
Het is geen geheim dat Remco Evenepoel de grotere favoriet is in de olympische tijdrit. In de Tour de France won de 'aerokogel van Schepdaal' de eerste chronotest, Van Aert zette dan weer twee keer mindere resultaten neer.
"Vooral die eerste tijdrit was zeker een van mijn mindere dagen. Ik was er mezelf niet. Ik ben ervan overtuigd dat het zaterdag beter zal zijn. Akkoord, het klinkt misschien weinig ambitieus, maar het doel is een tijdrit rijden waar ik blij mee en trots op kan zijn. Dat is al een tijdje geleden. Ik ben hier niet om de hoop te vergroten. Ik hoop zo kort mogelijk te eindigen. Wie weet eindig ik na de drie favorieten en zal ik toch tevreden zijn.”
Tour was nodig
Van Aert weet dan ook dat hij in de wegrit meer kans op succes zal hebben. "Mijn aanloop is anders geweest dan ik me had ingebeeld voor deze tijdrit. Mijn ervaring leert me dat het beter is als je je 100 procent kan voorbereiden. Wat dat betreft is de Tour een nadeel. Maar voor de wegrit had ik deze Tour nodig.”