Zaterdag gaat de Tour de France van start. Wie vertrekt nu eigenlijk als de grote favoriet en hoe zag de voorbereiding eruit van alle grote klassementsmannen? Wij bieden het overzicht!
De laatste vier Tours werden gewonnen door twee renners: Tadej Pogacar won in 2020 en 2021, de twee laatste jaren was het voor Jonas Vingegaard. Nu krijgen we echter iets unieks, want voor het eerst zullen de twee eerder genoemde namen en Primoz Roglic en Remco Evenepoel de degens kruisen in een grote ronde.
Dat had echter nog heel wat voeten in aarde. Geen enkele van deze vier namen heeft de voorbereiding gehad die je een ideale zou kunnen noemen in aanloop naar de belangrijkste wedstrijd van het jaar. Hoe het voor ieder in elkaar zat? Wij nemen het onder de loep.
Jonas Vingegaard
Bij het bekend maken van het parcours voor de aankomende Tour stond het al vast: Vingegaard ging winnen. Twee tijdritten, bergetappes die gigantisch de hoogte in gingen en lange beklimmingen zorgden ervoor dat de Deen torenhoog favoriet zou moeten zijn – al is het maar omdat hij de laatste twee jaar won.
Het voorjaar verliep aanvankelijk vlekkeloos: drie ritzeges en de eindwinst in O Gran Camiño, twee dagwinsten en het eindklassement in Tirreno-Adriatico zorgden voor vreugde bij Team Visma | Lease A Bike.
Zoals het vaker gaat, bracht de val van Wout van Aert in Dwars Door Vlaanderen een negatieve tombola teweeg voor de ploeg. In de vierde etappe van de Ronde van het Baskenland kwam Vingegaard ontzettend hard ten val in een afdaling.
Het verdict? Een longkneuzing, klaplong en meerdere gebroken ribben – twee weken lang verbleef de Deen in het ziekenhuis van Vitoria-Gasteiz. Na een lange periode van training besloot Visma | LAB dat Vingegaard toch klaar is voor de Tour. Zijn eerste wedstrijdkilometers zullen de eerste kilometers van ‘La Grande Boucle zijn’ en dus wordt het voor hem en zijn ploeg een koers vol vraagtekens.
Tadej Pogacar
Van de vier namen die wij hier op een rijtje zetten, is de minst slechte voorbereiding die van Pogacar geweest. De Sloveense slokop hield ook dit voorjaar weer huis. Strade Bianche, de Ronde van Catalonië (plus vier ritten) en Luik-Bastenaken-Luik werden gewonnen.
Voorts trok ‘Pogi’ voor het eerst naar de Giro d’Italia. De Sloveen is namelijk bezig met afvinken in zijn loopbaan. Niet vanaf de eerste, maar ‘slechts’ vanaf de tweede dag droeg Pogacar het roze, dat uiteindelijk in Rome vergezeld werd van zes ritzeges en winst in het bergklassement. Het is niet normaal dat we dit tegenwoordig normaal zijn gaan vinden. Wát een coureur.
Echter – en dat is compleet logisch – stond er voor Pogacar sindsdien geen wedstrijdkilometer meer op het formulier. Nu zijn de renners van tegenwoordig er gewoon aan om van hoogtestage linea recta in koers op te komen dagen, dus vermoeden we dat het met de vorm wel goed zal zitten.
Enkel is het de vraag of de Giro – die Pogacar schijnbaar in trainingsmodus afwerkte om hem met tien minuten voorsprong te winnen – aan het einde van de Tour teveel vermoeidheid teweeg gaat brengen. We gaan het zien!
Primoz Roglic
Vragen om een vlekkeloze Tour-voorbereiding voor Primoz Roglic is vragen om iets heel ongewoons. De Sloveen is een erkend (en bekend) valler en deed er dit jaar weer alles aan om die reputatie waar te maken.
Vreemd genoeg was ‘Rogla’ degene die er van de gevallenen en getroffenen nog het meest fris bij stond na die vreselijke chaos in het Baskenland. De 34-jarige renner gaf wel op, maar kon gelukkig een keer letterlijk enkel wonden likken – breuken waren er niet bij.
De prestaties van de Sloveen waren in het Critérium du Dauphiné natuurlijk meer dan goed. Twee ritzeges bergop op Le Collet d’Allevard en Samoëns 1600 werden geboekt op de typische Roglic-manier – afwachten en de tegenstand kloppen in de spurt, waarna op de laatste dag het toch allemaal nog mis leek te gaan. Roglic kon echter net Matteo Jorgenson afhouden om de koers te winnen.
Toch verliep ook de Dauphiné niet zonder problemen voor de kopman van – vanaf deze Tour – Red Bull-BORA-hansgrohe. Kwam hij in een van de eerste ritten al ten val, ook lag hij erbij tijdens de gigantische glijpartij in de vijfde rit die uiteindelijk geannuleerd werd qua uitslag. Zo kon ook Roglic niet spreken van een Tour-voorbereiding zonder barstjes.
Remco Evenepoel
Dan de laatste der giganten, Remco Evenepoel. Ook hij staat, net als zijn veelvuldige sportieve rivaal Roglic, bekend als fervent valler. Sinds bekend werd dat de ‘Kannibaal van Schepdaal’ voor het eerst de Tour zou rijden, loopt de spanning in België stapsgewijs op.
De eerste koers dit jaar in de Belgische kampioenentrui werd een succesvolle: vijftig kilometer solo was goed voor de zege in de Figueira Champions Classic. In Parijs-Nice startte Evenepoel als een van de favorieten, maar bergop mocht het nog wat meer zijn bij momenten. De slotrit ging wel naar de kopman van Soudal Quick-Step, waarbij Matteo Jorgenson de eindzege op zak stak.
Ook in het Baskenland lag Evenepoel bij het grote slagveld. Nochtans deed hij een ontzettend technische poging om de beek langs de kant van het asfalt te ontwijken. Echter kon hij zich niet volledig vrijwaren. Het resultaat? Een gebroken sleutelbeen en schouderblad.
De voorbereiding op de Tour verliep dus niet optimaal, waar dan ook nog eens een valpartij – na wel de tijdrit te hebben gewonnen – in de Dauphiné bij kwam, de tuimelperte die bij Roglic al werd vermeld.
Volgens teambaas Patrick Lefevere stond Evenepoel nog iets te dik en Remco zelf gaf aan dat hij nog maar aan 85 procent zat. Die extra 15 procent zouden dus voor een Top-tour moeten zorgen. Alleen, zo geldt dat dus voor alle favorieten die naar de Tour gaan, is alles nog één groot vraagteken. Wie lost de puzzel het beste op? We weten het over iets meer dan drie weken!