We hebben er intussen alweer de eerste grote ronde van het seizoen opzitten. Dat werd één grote onemanchow van Tadej Pogacar, nadat die eerder dit seizoen ook al had gedomineerd in de wedstrijden in het voorjaar waaraan hij deelnam.
De meest constante
Het zal dan ook voor niemand nog een geheim zijn dat de Sloveen uitermate de beste van het pak is. Dat ondanks het feit dat we dezer dagen te maken hebben met een uitzonderlijke generatie aan renners. Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel, Primoz Roglic, Wout van Aert en Jonas Vingegaard worden aanzien als de andere absolute toppers.
Echter kunnen zij – afgezien van Vingegaard dan – toch niet tippen Pogacar, zo zegt Thijs Zonneveld. “Bij hen zijn er nog momenten dat het niet goed genoeg is. Zoals Van der Poel in de Tour van vorig jaar, dat was bijna pelotonvulling. Dat was een soort trainingskamp voor het WK, maar toch, zo was hij een heel normale renner in die Tour.
Ook Belgen moeten buigen
Maar ook de anderen moeten volgens Zonneveld de duimen leggen. “Bij Van Aert zie je dan weer dat wanneer hij op zijn best moet zijn, hij ook regelmatig moet passen. Evenepoel is bergop kwetsbaar, vorig jaar in de Vuelta zakte hij er zo doorheen", klinkt het bij In Het Wiel.