Luik-Bastenaken-Luik werd dit jaar getekend door een zware valpartij op zo'n 100 kilometer van de finishlijn. Logan Currie, die de crash veroorzaakte, toonde zich achteraf bijzonder streng voor zichzelf.
Grote namen als Tom Pidcock, Mauri Vansevenant en Mathieu van der Poel moesten door de valpartij maar liefst een minuut goedmaken op de kopgroep. Zo'n inspanning vraagt enorm veel energie, al is het nog maar de vraag of één van de betrokken renners het vuur nog aan de scheen had kunnen leggen van Tadej Pogacar.
De race om zeep
“Die grote val op honderd kilometer van de finish, waardoor flink wat jongens neergingen, er plots geen doorkomen meer aan was en alles stil stond. Die mag je dus voor een groot deel op mij steken”, vertelde Currie aan Het Nieuwsblad. “Ik was te gretig en wilde opschuiven. Daardoor raakte ik ingesloten en belandde ik in het gootje. Plots lag ik op de grond. En ik niet alleen dus. Van dan af was mijn race om zeep.”
“Ik peperde mezelf wel in dat ik me weer in de wedstrijd moest vechten en probeerde mezelf ook op te vrolijken, maar tegen dat me dat lukte, waren ze vooraan al volop aan de finale bezig. Niet dat de renners rond mij boos waren. Of dat hebben ze toch niet laten blijken. Eigenlijk: ze zeiden helemaal niets. In ieder geval, ik heb dan maar voor mezelf beslist dat ik de koers absoluut moest uitrijden. Als straf voor mijn fout.”
Op sleeptouw
Currie kwam uiteindelijk als laatste over de streep. “Na die val en dat tijdverlies heb ik de laatste vijftig kilometer aangepakt als een goede training. Met een paar renners hebben we de groep op sleeptouw genomen en keihard gereden om nog een deftige tijd neer te zetten. De anderen zaten in ons wiel. Tot de finish in beeld kwam. Staken ze ons plots massaal voorbij. Tja…”