Momenteel wordt de Giro d'Italia in alle hevigheid gereden, de strijd om de roze trui barst vanaf komend weekend helemaal los. Maar ondertussen is het toch al uitkijken naar de komende Tour de France. Dan gaat ene Tadej Pogacar op zoek naar zijn derde opeenvolgende eindzege in La Grand Boucle.
Hoewel hij nog altijd maar 23 jaar is, is de Sloveen inmiddels uitgegroeid tot een absoluut wielerfenomeen. In 2020 won hij Tour een eerste keer door landgenoot Primoz Roglic te vermorzelen in een onwaarschijnlijke slottijdrit. Vorig jaar stond er helemaal geen maat meer op Pogacar en pakte hij met ruime voorsprong zijn tweede gele trui. En inmiddels is gebleken dat de kopman van UAE Emirates veel meer is dan een ronderenner.
Met de Ronde van Lombardije en Luik-Bastenaken-Luik, heeft hij bijvoorbeeld al twee monumenten op zijn erelijst staan. Tijdens de voorbije klassieke campagne bleek bovendien dat zijn krachtenarsenaal niet enkel beperkt is tot de heuvelklassiekers. Mits wat meer koelbloedigheid in de laatste meters had hij bijvoorbeeld de Ronde van Vlaanderen kunnen winnen. Gezien zijn prille leeftijd is Pogacar dan ook op weg om een krankzinnig palmares bijeen te koersen.
MERCKX DE BESTE
Maar in een uitgebreid interview met Het Nieuwsblad stelt analist en ex-renner Dirk De Wolf dat er toch altijd één andere renner 'de beste' zal blijven. "Klimmen, chrono, sprinten, kasseien: wat kan Pogacar niet? En hij durft… Maar om dan meteen de vergelijking met Eddy Merckx te maken, dat gaat te ver. Niemand zal ooit het palmares van Eddy benaderen, ook al omdat het wielrennen compleet veranderd is", aldus De Wolf.