De wielersport had eind jaren 90 en begin jaren 2000 geen al te beste reputatie, om niet te zeggen dat die eigenlijk helemaal besmeurd was. Één van de toonbeelden van die dopinggeneratie is zonder twijfel Lance Armstrong.
De Amerikaan ontkende zijn dopinggebruik erg lang, maar enkele jaren geleden deed hij dan toch alles uit de doeken tegenover Oprah Winfrey. Sedertdien komt Armstrong er regelmatig op terug en is hij een open boek over de jaren waarin hij aanzien werd als de beste wielrenner ter wereld. Die vorm werd dus echter wel gemanipuleerd door dopinggebruik.
Ook in de podcast Maher’s Club Random spreekt Armstrong honderduit over die gecontesteerde periode. Hoe kon het eigenlijk dat hij destijds nooit werd betrapt? Want zoals hij zelf zegt was er geen mogelijkheid om te ontkomen aan de tests. En toch was het resultaat steed negatief. De voormalige renner van US Postal legt uit hoe dat kwam.
PERFECTE PLANNING
"Ik moest wel in de beker plassen, maar mijn urine doorstond de test. Dat komt doordat de stof EPO die ons het grootste voordeel opleverde een halfwaardetijd had van vier uur”, doelt hij op het feit dat de stof na die tijd al volledig uit het lichaam was verdwenen.“Neem nu cannabis of anabolica, die hebben een veel langere halfwaardetijd.”
“Als je een joint rookt, dan test je twee weken nadien nog positief omdat de halfwaardetijd veel langer is. Maar EPO - de raketbrandstof die niet alleen het wielrennen, maar elke duursport veranderde - heeft een halfwaardetijd van vier uur. Dat betekent dat het heel snel het lichaam verlaat. Het komt er dus op aan om met die halfwaardetijd van vier uur aan het rekenen te gaan.”
Armstrong lijkt dus perfect te hebben geweten wanneer hij de stof toe zich moest nemen, om later geen sporen na te laten bij de tests. “Het ging om het bespelen van het systeem. Ik heb altijd gezegd en ik kan het nog een keer zeggen: ik ben 500 keer getest en ik heb nooit positief getest.”