De Belgische weelde in de sport is groot, zeer groot. Maar geen enkele sport waar ons kleine landje zo sterk is als in het wielrennen. Dat werd nog maar eens duidelijk op de Sportgala zondagavond, waar de Belgische wielrenners weer met de grootste prijzen gingen lopen.
Bij de mannen werd Remco Evenepoel verkozen tot Sportman van het Jaar. De Belg had er een topjaar opzitten. Geen grote ronde, maar wel een Monument met Luik-Bastenaken-Luik, Belgisch kampioen op de weg én een wereldtitel tegen de klok. Daar konden zelf wereldkampioen snooker Luca Brecel en olympisch en wereldkampioen schaatsen Bart Swings niet tegenop.
Het is de derde keer dat de Aerokogel van Schepdaal deze prijs in ontvangst mocht nemen. Ook vorig jaar - na winst in de Vuelta - en in 2019 mocht Evenepoel zich al eens Sportman van het Jaar noemen. Dit jaar won hij met lengtes voorspong. Evenepoel kreeg 714 punten, Brecel 424 en Swings 343. Met Jasper Philipsen eindigde nog een Belgische wielrenner in de top 5.
Wie anders dan Kopecky?
Bij de vrouwen zorgde Lotte Kopecky na een geweldig jaar voor een unicum. Want voor het eerst won een wielrenster de trofee. Basketbalster Emma Meesseman werd 2e, maar zij werd met de Belgian Cats wel verkozen tot Ploeg van het Jaar. Een verdiende prijs na een seizoen met onder meer een geweldige Europese titel voor de Cats.
Maar aan Kopecky - wereldkampioen, groen in de Tour en de Ronde van Vlaanderen - was geen kruit gewassen. Ze kreeg liefst 310 punten meer achter haar naam dan Meesseman. Loena Hendrickx (kunstschaatsen) kreeg als derde zelfs ruim 600 punten minder.