Komend weekend staat de eerste Wereldbekercross op het programma. Die zal worden verreden in het Amerikaanse Waterloo. Dat echter zonder Laurens Sweeck. Hij staat voor minstens één weekend aan de kant. En dat dus bij de opener in de Wereldbeker.
Sweeck heeft bij zijn valpartij vorige week in Beringen toch behoorlijke averij opgelopen. “Een echografie bracht een kleine spierscheur met interne bloeding in de linkerkuit aan het licht”, meldt zijn team. “Op doktersadvies moet de kopman van Crelan-Corendon de komende week zo veel mogelijk rust inbouwen. Dat betekent concreet dat de afreis naar het Amerikaanse Waterloo, waar de openingsmanche van de Wereldbeker wordt afgewerkt, geen optie is.”
Uiteraard een zeer jammerlijke zaak voor de Sweeck, die zo al kostbare punten verloren ziet gaan. “Jammer, want ik was er graag bij geweest in Waterloo. Maar met een spierscheur is dat uiteraard niet mogelijk. Het is afwachten wanneer ik opnieuw in competitie kan komen. Persoonlijk hoop ik dat ik Overijse haal. Maar het is nog te vroeg om dat nu al definitief te kunnen zeggen”, reageert hij in Het Nieuwsblad.
ISERBYT KAN PROFITEREN
Dat wil dan ook zeggen dat zijn concurrenten op de eindzege meteen een mooie slag kunnen slaan. Te beginnen met Eli Iserbyt. Zijn teammanager bij Pauwels Sauzen-Bingoal, Jurgen Mettepenningen, liet zich kritisch uit over het feit dat de renners nog steeds naar Amerika moeten afreizen. Het is immers een dure affaire voor amper één koers.
Iserbyt vindt het echter nog steeds de moeite, zo zegt die in HLN. “Dat is jammer, maar ik vind het sop nog steeds de kolen waard. De Wereldbeker is een klassement dat we willen binnenhalen met het team. Daarom gaan we met een grote omkadering.”
Sportief kan die alvast een slag slaan, wat meteen ook financieel goed nieuws zou betekenen voor de ploeg. “Winnen is goed, tweede is break-even en vanaf de derde plaats lijden we verlies. Ik denk dat het nog steeds de moeite waard is en ik hoop dat er in de toekomst nog wedstrijden zullen bijkomen.”