Terug van weggeweest in het wielerpeloton: Erik Dekker. De Nederlander die aan het begin van deze eeuw furore maakte als rasaanvaller maakt zijn comeback als directeur van een Nederlandse wielerploeg.
Het is even wennen. Sinds 2016 werkte Dekker - in het verleden winnaar van onder meer vier etappes in de Tour de France, de Amstel Gold Race, Clásica San Sebastián, Tirreno-Adriatico, drie keer de Ronde van Nederland en een memorabele editie van Parijs-Tours - niet meer in het profpeloton. Vanaf 2007, het jaar nadat hij stopte als wegwielrenner, tot en met 2015 was de Nederlander ploegleider bij Rabobank en alle opvolgers van die ploeg tot aan LottoNL-Jumbo.
Vervolgens verdween hij uit de wielrennerij. Niet alleen omdat hijzelf zijn doelen elders zocht, ook omdat er steeds meer dopingverhalen uit het tijdperk van Dekker de rondte deden en de Nederlandse wielerwereld na de dopingbekentenis van Michael Boogerd met smart zat te wachten op een bekentenis van zijn toenmalige ploeggenoot Erik Dekker. Die kwam er echter nooit.
Nu gaat hij aan de slag als directeur van Allinq Continental Cycling Team, een Nederlandse ploeg die acteert op het continentale niveau. "Dat ik gevraagd werd voor deze functie, maakt me trots", zegt Dekker tegen Wielerflits. "Ik denk dat dit me wel past. De ploeg gaat zijn tweede jaar in, aan mij de taak om mijn ervaring te laten tellen. De ontwikkeling van de ploeg staat daarin centraal." De inmiddels 52-jarige Nederlander kende geen geweldig afscheid; tijdens de Tour van 2006 viel hij in de etappe naar Valkenburg, waarna alle blessures die hij daaraan overhield hem ertoe dwongen te stoppen.