Jumbo-Visma domineerde de Tour de France dit jaar van begin tot eind. Oké, Tadej Pogacar bood kranig weerstand en leek voor de Alpen goed op weg zijn derde Tour op rij te winnen, maar de Nederlandse ploeg nam het over in de bergen. Niet iedereen was even tevreden met de gele brigade.
Dat zegt Grischa Niermann, oud-renner van de ploeg en nu sportief directeur, tegen Wieler Revue. De kers op de taart voor de ontevredenheid van de concurrentie was volgens de Duitser de ritzege die Christophe Laporte - de Franse meesterknecht van Wout van Aert - in Cahors boekte, twee dagen voor het einde van de Tour.
"We waren dermate dominant dat niet het hele peloton dat plezant vond. Begrijpelijk, maar dan moeten ze harder werken. Niet iedereen was blij met de zege van Christophe", luidt het bij Niermann. "Normaal kwamen ze ons uitgebreid feliciteren, na de staaltjes van Van Aert en Vingegaard, maar nu waren er veel minder felicitaties."
Wat Niermann vooral stoort, is dat het nooit goed is voor anderen. "Als Christophe wint, is het niet goed, maar als we hadden laten lopen was het ook niet goed geweest. In de laatste rit op de Champs-Élysées lieten we de tegenstand hun gang gaan en kwamen we samen over de finish. Dan noemt iedereen ons dikke nekken, omdat we niet sprinten. Als Van Aert daar had gewonnen, was het ook weer niet goed geweest."