Dan Martin beëindigde aan het einde van 2021 zijn professionele wielercarrière. Hoewel hij als liefhebber koers blijft kijken, vindt hij het tegenwoordig wel saai en voorspelbaar.
Dat zegt de oud-winnaar van onder meer Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije in gesprek met onder andere The Guardian, een gesprek ter promotie van zijn onlangs uitgekomen autobiografie. Het is nu niet dat de Ier zelf in zijn carrière nou zo bekend stond om zijn aanvalslust, hij wachtte als puncheur juist enorm vaak af tot een sprint bergop, maar toch heeft hij nog aanmerkingen op de nieuwe generatie wielrenners.
"Alles is tegenwoordig zo gefinetuned dat die jongens nauwelijks nog slechte dagen op de fiets kennen", steekt Martin van wal. "Op gebied van voeding en training is alles perfect, dus er is niets menselijks meer aan. De koers is voorspelbaar geworden", is hij resoluut.
BREIN
De tevens winnaar van ritten in alle grote rondes (in de Tour en Vuelta zelfs twee keer) voegt toe dat renners tegenwoordig geen hersenen meer nodig hebben om professioneel wielrenner te zijn. Hij ziet één uitzondering op de regel voor wat betreft voorspelbaarheid: Tadej Pogacar. "Hij is de enige die altijd aanvalt wanneer hij er zin in heeft, maar de rest van de koers is zo volgens script en controle dat het niet de moeite waard is."
"Daarom dat ik ook nee tegen Team Sky zei toen ze me in 2018 wilden hebben", gaat Martin verder, die zelf nul op het rekest kreeg toen hij zich in het begin van zijn loopbaan bij Dave Brailsford aanbood. "Ik hou van aanvallend koersen. En als ik zoals een monnik moest leven om een goede wielrenner te zijn, wilde ik het niet doen. Als ik voor iedere Tour drie weken op de Teide had gezeten, was ik misschien wel een betere klimmer geweest. Maar dan had ik geen liefde voor de sport meer gehad."