In gesprek met BN DeStem heeft de Nederlandse wielrenster Noä Jansen een boekje opengedaan over haar wielerverhaal. De 24-jarige renster versloeg namelijk anorexia nervosa en richt zich nu op een profcarrière.
Jansen was bij de junioren hard op weg naar de top toen het noodlot toesloeg: ze werd getroffen door eetstoornis anorexia. Dit resulteerde in een zeer onzekere periode voor de Oosterhoutse en haar naasten.
Fiets als vriend en als vijand
''Eerst had ik nooit durven denken ooit nog op een racefiets te zitten. In die moeilijke periode was het fietsen zowel een vriend als een vijand'', vertelt ze in gesprek met de Nederlandse regiokrant.
Maar Jansen versloeg de vervelende ziekte en richt zich, in het shirt van de opleidingsploeg van Liv AlUla Jayco, nu op een eventuele profcarrière. En dat is op z'n zachtst gezegd knap te noemen.
''Ik heb zeker het gevoel dat het erin zit, want afgelopen seizoen zat ik er soms al heel dicht tegenaan'', aldus Jansen. ''Als ik na dit jaar kan doorgroeien naar de WorldTour en daar mijn ding kan doen, in welke rol dan ook, zou dat fantastisch zijn.''
Marianne Vos als idool
Meedoen om podiumplaatsen in belangrijke koersen is dé prioriteit voor de dame met het sterke eindschot. ''Ik zou mezelf omschrijven als een redelijk veelzijdige renster, die snel herstelt en dus ook goed uit de voeten kan in meerdaagse wedstrijden. En na en zware klassieker heb ik nog een aardig sprintje in de benen.''
''Marianne Vos is tot op de dag van vandaag mijn idool'', sloot de veerkracht tonende dame af. ''Toen ik nog klein was, was Marianne al een succesvolle prof. Ze heeft onwijs veel betekend voor het vrouwenwielrennen.''