Johan Museeuw is één van de grootste renners die ons land ooit heeft gekend. Maar de carrière van de 'Leeuw van Vlaanderen' had er helemaal anders kunnen uitzien.
We gaan terug naar 12 april 1998. Museeuw had op dat moment al twee keer Parijs-Roubaix gewonnen en had z'n zinnen gezet op een derde overwinning. In de aanloop naar de mythische kasseistrook in het Bos van Wallers ging het echter helemaal mis. "Het was al de hele week slecht weer geweest", herinnert Museeuw zich bij Sporza.
Knieschijf
"In het Bos van Wallers moet je bij de eerste 3 renners zitten en daar zat ik ook.Maar ik voelde dat het tempo te hoog was op de kasseien. Net onder het brugje gingen de eerste renners tegen de grond." Ook Museeuw knalde er tegen de vlakte.
"Ik ben met mijn linkerknie op de kasseien gevallen. Ik probeerde recht te staan, maar ik keek naar mijn knie en zag mijn knieschijf. Dat was niet goed, hé." Een understatement van jewelste, want Museeuw brak zijn knieschijf tijdens die val én belandde tot overmaat van ramp in de paardenmest.
De open wonde zat dus meteen vol bacteriën. "Ik had gewoon een diepe wonde, maar na de foto's zag ik dat het nog veel erger dan verwacht was. In het ziekenhuis zat ik nog altijd in mijn koerstrui en hing ik onder de modder."
Amputatie
"Ik ben daar behandeld in Noord-Frankrijk, maar men heeft er een grote fout gemaakt. Men heeft mijn knie dichtgemaakt en vertelde me om 's anderendaags naar een Belgisch ziekenhuis te gaan."
Door de infectie werd er echter gevreesd voor een beenamputatie. Zo ver kwam het gelukkig niet, al moest Museeuw wel lang revalideren. "De chirurg zei dat het moeilijk zou worden, maar ik wilde alles proberen. Ik heb een jaar afgezien. Ik kreeg geen kracht meer in mijn been, maar twee jaar later won ik Roubaix opnieuw."