De hele wielerwereld hield z'n adem in tijdens de vierde etappe in de Ronde van het Baskenland. Heel wat grote namen knalden met een rotvaart tegen het asfalt, maar het was Jonas Vingegaard die er duidelijk het ergste aan toe was. "Ik dacht dat ik in mijn eigen bloed zou verdrinken."
Een gebroken sleutelbeen, gebroken ribben, een geperforeerde long en een klaplong. Dat was de loodzware medische balans die Vingegaard (28) kreeg te horen na zijn crash in het Baskenland. En dat terwijl de afdaling waar het allemaal misliep niet eens zo gevaarlijk leek.
Ademloos
"Omdat er een strijd om de posities was en vanwege de slechte weg, kon ik niet echt remmen. Toen slipte het voorwiel weg omdat ik simpelweg te veel snelheid had", aldus Vingegaard, die net als Remco Evenepoel en Primoz Roglic tegen de grond knalde, bij DK Sporten. "Het was de eerste keer ooit dat ik niet probeerde weer op de fiets te stappen."
"Ik kon de eerste tien seconden niet ademen. Toen wist ik al dat er iets mis was. Toen ik eindelijk weer kon ademen, hoestte ik bloed op. Dus ik wist dat het volkomen krankzinnig was", blikte de Deen terug op het noodlottige moment.
Aan de dood ontsnapt
"Ik dacht dat ik een inwendige bloeding had. Dat betekent dat dat ik óf in mijn eigen bloed zal verdrinken, óf aan een bloeding zou sterven. Dus ja... Ik dacht dat het moment daar was."
Vrouw Trine zag het vreselijke ongeluk gebeuren op TV. Ze stapte meteen op het vliegtuig, nog voor er contact was geweest met Visma-Lease a Bike. "Ik was blij dat hij nog leefde en ik hoopte vooral dat hij geen hersenbeschadiging had. Met al het andere zouden we kunnen leven."