Met De Ronde van Lombardije sluiten we zaterdag officious het wegseizoen af, tegelijkertijd is het ook de officieuze start van het crossseizoen. Met daar ook aan de start: Thibau Nys.
Aerts op revanche
Zelf verwacht Nys echter nog niet mee te doen voor de prijzen. Hij is ziek geweest en voelt zich nog niet geweldig. Maar wat verwacht hij eigenlijk van de tegenstand. “Ik zie Toon Aerts winnen in Beringen. Ik denk dat die goed gaat zijn deze winter”, komt hij meteen met een straffe voorspelling over de man die voor het eerst in 3 jaar een veldritseizoen mag aanvatten.
Dat komt natuurlijk door zijn schorsing voor het onbewust innemen van het product Letrozole. Na 3 crossen op het einde van vorig seizoen mag Aerts nu zijn gram gaan halen. Ongetwijfeld zal hij wel teren op revanchegevoels na een schorsing die bijzonder onterecht aanvoelde (en eigenlijk ook zo was). Ook Iserbyt gaf al aan veel van Aerts te verwachten;
Maar er zijn er meer: “Eli en Michael zijn vaste waarden (Iserbyt en Vanthourenhout, red.). Lars (Van der Haar, red.) gaat een goeie winter rijden, Pim (Ronhaar, red.) zal er staan. Ik verwacht ook veel van Niels Vandeputte. Er gaan er veel zijn”, gaat Nys verder bij HLN.
Stunten tegen Van Aert en Van der Poel
En wat met Van Aert en Van der Poel? “Ik vind het leuk om tegen hen te rijden. Het haalt het niveau van de cross omhoog, en het krijgt meer ‘klank’ als zij erbij zijn. Winnen met Wout of Mathieu erbij is belangrijker dan zonder hen.”
Ziet hij zichzelf daartoe in staat komende maanden? “Ik weet niet of dat deze winter al zal zijn. In een ideaal scenario, maar dat is nu niet meer relevant (door die ziekte, nvdr), had ik een serieuze stap kunnen zetten richting die twee mannen, denk ik.”
Maar Nys heeft uiteraard wel de nodige ambitie. “Ik heb 23 crossen op mijn programma. Het maakt niet uit welke ik win. Ik wil een vaste waarde zijn in elke cross waarin ik start. Dominant zijn. Of koersbepalend, laat ik het zo zeggen.” En daarbij liefst ook nog een kampioenentrui. “Maar iedereen wil dat, dat is het probleem”, lacht Nys.
