Een slopend parcours. Met meer dan 4500 hoogtemeters zal de strijd om de regenboogtrui in Zürich bijzonder zwaar worden. Sven Vanthourenhout weet alvast waar de Belgen het verschil kunnen maken.
Maar de bondscoach weet ook dat Tadej Pogacar wel eens van ver kan wegspringen. "Net na de passage aan de finish wacht een bochtige zone. Indien de Slovenen daar het peloton op een lint trekken en nadien Pogacar kunnen lanceren, zullen weinigen kunnen volgen", aldus Vanthourenhout bij HLN.
Een klim voor Remco
Nadien volgt de beklimming van de Witikon, een berg waar Evenepoel het verschil kan maken. "Deze klim is verraderlijk, want met de uitloper erbij gaat het eigenlijk vijf kilometer omhoog. Het wegdek is breed en doet denken aan de typische hellingen uit de Ronde van Zwitserland. Het is geen wegdek waarbij de banden aan het asfalt blijven kleven. Een klim die Remco graag heeft."
Na de Witikon volgt er een pateau van elf kilometer. “Dit is een stuk waar Remco zijn vermogen kwijt kan, maar voor mij geen strook waar je Mathieu van der Poel zomaar uit het wiel zal rijden. Dat zal al vroeger in de lokale ronde moeten gebeuren.”
Van Aert of Van der Poel
Vanthourenhout gaf ook meteen twee kandidaten voor de eindzege te kennen bij zijn eerste verkenning van het parcours. "Toen ik het parcours in juni verkende, dacht ik meteen aan Wout van Aert en Mathieu van der Poel als kandidaat-winnaars, omdat de hellingen op de lokale ronde niet te lang en of te steil zijn."