De organisatie van de Tour de France kreeg donderdag heel wat kritiek over zich heen nadat heel wat renners, waaronder Primoz Roglic, tegen de grond knalde. Een klein obstakel op de weg zorgde voor heel wat problemen.
Parcoursbouwer Thierry Gouvenou beet van zich af bij Sporza nadat Merijn Zeeman, sportief directeur van Visma-Lease a Bike, de schuld van de valpartij voor 100% in de schoenen van de organisatie schoof. “Zo’n val zou niet mogen gebeuren. Er waren stoepjes op de weg en die waren onmogelijk om te zien."
"Bij de eerste obstakels was er nog een markering, maar bij de andere niet. Als je dan dicht op elkaar rijdt, kun je dat niet zien. Dat kun je de renners niet kwalijk nemen”, vertelde Zeeman. “Je kunt niet met een Tour de France-peloton door zo’n passage gaan. Dat is heel onverantwoordelijk en zou niet mogen gebeuren.”
"Je kan niet alles wegnemen"
Gouvenou was niet opgezet met die commentaar en diende de Nederlander van antwoord. "We hadden de avond voordien nog een communiqué gedeeld met de melding dat dit gevaarlijk kon zijn. Alle ploegen verkennen ook met hun wagens kort voor de koers passeert."
"Iedereen was ervan op de hoogte, maar helaas kan je niet alles wegnemen. Als je dat obstakel zou weghalen, dan kosten die werken meer dan 100.000 euro. En dat voor een koers die 5 seconden passeert.”
“We hebben alle invalswegen bestudeerd richting Villeneuve-sur-Lot. Er was een route met heel veel rotondes, wat ook niet de beste oplossing was. Vanuit de noordelijke richting waren er die obstakels, maar jullie kunnen niet zeggen dat die niet aangeduid waren. Iedereen was op de hoogte."
Seingevers
Ook het feit dat er geen seingever op het kritieke punt stond, kon op veel kritiek rekenen. "We hebben negen mobiele seingevers. We doen grote inspanningen. Je kan niet beweren dat de Tour slecht georganiseerd is. Je kunt de Franse wegen ook niet vergelijken met het Belgische wegennet."
"Boplan heeft een goed systeem, maar dat is niet aangepast aan onze wegen. Die dranghekken nemen enorm veel plaats in."