Jasper Philipsen kreeg opnieuw de wind van voren na zijn manoeuvre in de sprint in de straten van Dijon. Uiteindelijk werd hij ook gedeclasseerd. Maar ook opnieuw liet Philipsen zich ringeloren en maakte hij al eerder foutjes. Vertrouwenscrisis, klink het dan al gauw. Schort er wat aan het vertrouwen?
Vriendin Melanie gaf het antwoord al
Op die vraag wist vriendin Melanie eigenlijk al het antwoord te geven in een recent interview met Humo. Daar wist die immers te vertellen dat Philipsen eigenlijk al een heel seizoen wat twijfelt. “Hij heeft dan wel Milaan-Sanremo gewonnen, maar hoe vaak heeft Jasper dit jaar al niet gezegd dat het minder is dan vorig seizoen!”, klonk het daar.
“Dan rol ik eens met mijn ogen. Hij vergelijkt zichzelf heel vaak met andere renners. Dan zit hij vol twijfel: ‘Kan ik het nog wel?’ Toen hij onlangs de sprint van Tim Merlier verloor in Knokke, was het van: ‘Ik heb mijn snelheid nog niet,’ en dit en dat... Op die momenten moet je zeggen: het komt allemaal goed. Zijn topvorm moet gewoon nog komen, dat was vorig jaar ook zo.”
Volgens Melanie zou de druk hem soms weleens te veel kunnen worden. “Jasper legt heel veel druk op zichzelf. En nu zijn prestaties onder een vergrootglas liggen, brengt dat nog meer druk met zich mee.” Dat ging er in de Tour sowieso niet beter op worden, en na de voorbije etappes al zeker niet meer.
Roodhooft minimaliseert
Het valt immers toch op dat Philipsen vaak de foute keuze maakt, wat dan weer zijn gevolgen heeft voor het vertrouwen. Al probeerde ploegleider Christophe Roodhooft dat wel te minimaliseren in zijn interview na het ‘incident’ met Wout van Aert.
“Jasper zit niet onder de grond, maar dit is niet leuk, simpel. Eerst heb je de ontgoocheling over die nipt verloren sprint, gezonde ontgoocheling, en dan komt die declassering, dat komt altijd heel speciaal binnen”, luidde het tegenover HLN.
Ploegmakker Ghys blijft rustig
Ploegmakker Robbe Ghys onthulde toch iets meer over de toestand van Philipsen. “Jasper voelde zich tot nu nog niet top. Vandaag was het weer net niet. Als hij een keer zou kunnen winnen, denk ik dat hij de volgende dag wellicht met andere benen uit zijn bed stapt. Dat zou een wereld van verschil maken.”
Volgens Ghys creeërt Philipsen de problemen echter een beetje zelf. “Ik denk dat hij het zichzelf wat inbeeldt. Hij moet niet twijfelen als je ziet hoe hij in de Ronde van België kon winnen, als je ziet hoe hij daar de Durby-etappe reed, of als je ziet hoe vlot hij hier rondrijdt. Dan moet niemand zich zorgen over hem maken.”