Zondag zal het exact één jaar geleden zijn dat we afscheid hebben moeten nemen van Gino Mäder.
De Zwitser kwam vorig jaar aan hoge snelheid ten val tijdens een afdaling in de Ronde van Zwitserland. Een dag later bezweek hij op 26-jarige leeftijd aan zijn verwondingen.
Het Nieuwsblad zocht zijn vader op in Zürich en die maakte maar al te graag tijd om over zijn zoon te praten. "Ik praat graag over Gino”, begint Andreas Mäder. “Niet altijd, wel vaak. Ik denk dat het voor mij een soort van therapie is.”
Andreas Mäder was op die bewuste dag boodschappen aan het doen in een shopping center, tot hij plots het ene na het andere berichtje kreeg. "Maar hoe erg het was, wist ik nog niet. Iemand zei dat ik naar Chur moest. ‘Waarom zou ik dat doen?’, reageerde ik eerst nog. Chur is drie en half uur rijden van Bern. Van die schaafwonden zou hij ook zonder mij wel herstellen."
Telefoontje van ploegarts
"Dan belde de ploegarts mij: ‘Andy, het is belangrijk dat je nú komt’. Maar nog altijd zag ik niet dat het zó ernstig was. Pas in het ziekenhuis drong het tot mij door. Iedereen was er al. Gino’s vriendin, mijn broer die op de Albulapas had gestaan… Er hing een onwezenlijke sfeer. Het zag er slecht uit. Heel slecht. Plots had ik het door: Gino zou sterven.”
Mäder werd nog tot de volgende ochtend in een coma gehouden. Om 11.30 uur stopte zijn hart met kloppen. "Zijn hersenen waren zo zwaar geraakt, praten of lopen ging hij nooit meer kunnen. Het zal raar klinken. Maar ik heb toen gehoopt dat hij zou sterven."
"Natuurlijk deed het mij diep vanbinnen verschrikkelijk veel pijn. Nog vaak, als ik alleen ben, kan ik beginnen huilen. Maar op dat moment werd ik niet overvallen door een gigantisch verdriet. Ik was maar met één ding bezig: hoe moet ik dat hier managen? Voor mijn familie, voor mijn drie dochters. Hoe pakken we dit aan? Slapen heb ik die nacht niet gedaan."
'Stom accident'
De valpartij vond plaats aan hoge snelheid in de afdaling van de Albulapas, maar zowel de moeder als de vader van Gino zijn van mening dat niemand schuld treft. "Het was totaal geen gevaarlijke plaats. Je vraagt je af hoe iemand hier ooit kan sterven."
"Ik kan niemand iets verwijten. Niet de organisatoren van de Ronde van Zwitserland, laat staan iets of iemand van zijn ploeg. Daar ben ik blij om: stel je voor dat zijn dood te vermijden was. De gedachte zou ondraaglijk zijn. Neen, dit was gewoon een stom accident, finito.”
Risico hoort erbij
Andreas Mäder vindt ook dat er soms overdreven wordt in de veiligheidsdiscussie. "Willen we straks zo’n strenge veiligheidsmaatregelen dat je zelfs geen jeugdwedstrijden meer kan organiseren? Dat is het laatste wat Gino zou gewild hebben."
"Gino zou ook niet willen dat de Albulapas voortaan geweerd zou worden. Zo’n prachtige plek. Hou die alstublieft in de Ronde van Zwitserland. Dat is wielrennen. Bergen horen erbij. En dus ook afdalingen. Natuurlijk mag en moet het veiliger. Maar het gaat wel om spektakel, en dat gaat nu eenmaal gepaard met risico’s."
Lof voor Evenepoel
"Je moet niet de hele sport in vraag gaan stellen. Daarom was ik ook zo blij dat Evenepoel won een dag na Gino’s dood. Hij was zó de juiste man op de juiste plaats. Al twee dagen ging het alleen maar over Gino, en nu won de wereldkampioen een rit. Plots ging het weer over koers. Evenepoel heeft daar van de Ronde van Zwitserland opnieuw een wielerwedstrijd gemaakt. En zo hoort het.”